Home / Christendom en het monotheisme / Verwijst genesis 1:26 naar meerdere scheppers?

Verwijst genesis 1:26 naar meerdere scheppers?

Als je kijkt naar de specifieke werkwoorden in Genesis 1:26-27.

In Genesis 1:26 staat er נַֽעֲשֶׂ֥ה (na’aseh — laat ons maken). Dat werkwoordje komt van עָשָׂה (‘asah — doen/maken). Wordt gebruikt voor andere entiteiten naast God (zie bijvoorbeeld: Richteren 20:9, Joshua 22:26, etc …). In vers 27 staat er וַיִּבְרָ֨א (vayivra – schiep hij/heeft hij geschapen) en בָּרָ֥א (bara – hij schiep/heeft geschapen). Beiden komen van בָּרָא (bara – vormgeven/scheppen). Dat woordje wordt enkel exclusief gebruikt voor God in de gehele OT.

Dat zou waarschijnlijk ook verklaren waarom vers 26 in het meervoud staat en vers 27 in het enkelvoud.

Denk daarbij aan het volgende voorbeeldje in het Engels: “Steve Jobs CREATED Apple. He’s the CREATOR of the company” – niemand zou beargumenteren dat Steve Jobs Apple “ex nihilo” heeft “geschapen”.

Bara’ah kan verwijzen naar het scheppen ex nihilo maar kan ook verwijzen naar het vormgeven op transcendentale niveau – op een manier die exclusief en uniek is aan God: Bijvoorbeeld: het vormgeven aan het Universum.

Met andere woorden, als Genesis 1:26 hyperletterlijk moet gelezen/geïnterpreteerd worden aangezien men dit baseert op basis van de meervoudsvorm “na’aseh” (laat ons maken). Waarom dan ook niet toepassen op Genesis 35:7 ivm het woordje “niglu” (zij verschenen)?

Had hij toen meerdere goddelijke figuren gezien? Zo ja, hoe komt dan dat God (in Genesis 28) over Zichzelf sprak in enkelvoud?