Home / Antwoord op artikelen van evangelisten / Is samiri die in de Koran wordt beschreven een Samartiaan?

Is samiri die in de Koran wordt beschreven een Samartiaan?

Christenen claimen dat de Koran aangeeft Samiri die de israelieten op het idee bracht om een gouden kalf te maken, zou behoren tot de samartianen en dat dit een anachronistische claim is, klopt deze bewering van de christenen?

Zamaksharee geeft in diens tafseer El kassaf aan dat samarti waarin Moesa as in gesprek mee is, oorspronkelijk komt van een volk dat koeien aanbad. Daarnaast geeft hij aan dat diens naam, Musa Bin Zafer is. (el-Keşşâf, II, 549)

Verder geeft Fahreddin Razi, aan op autoriteit van ibn abbas dat Samarti de buurman van Moesa As was in Egypte en met hem was mee ge-emigreert uit Egypte. En was bekeerd tot de religie van Moesa as.

Yusef Ali suggests that Samariyyu may have been an Egyptian name meaning “stranger, foreigner,” or possibly a Hebrew term derived from Shomer (“watchman”). (https://www.islamic-awareness.org/quran/contrad/external/samaritan)

Jacques Jomier, however, offers a different form of argument concerning al-Samiri in the Qur’an. He says: At the scene of the Golden Calf, a mysterious character appears: he is called the Samaritan (al-Sāmirī). It is hard to know what this word signifies (https://www.islamic-awareness.org/quran/contrad/external/samaritan)

De Samartianen ontkennen sowieso de claim dat zij zouden voorkomen in 2 kings. Dit zou volgens hen niet op de samartianen verwijzen. Zij ontkennen dus dat hun origine toebehoort zoals deze wordt beschreven in 2 kings. Ook in de genesis rabbah vraagt Rabbijn R.Meir waar zij van af stammen waarop de samartiaan antwoord; van the tribe of Joseph.

In de Koran wordt de perspectief verbeterd dat Haroun as verantwoordelijk zou zijn voor het maken van de gouden kalf. Het is dus samiri, die geen samartiaan is, zoals sommige christenen claimen maar de dader is die het idee gaf aan de Israëlieten om de gouden kalf te maken en aanbidden.

In soera taha staat het volgende; En Haaron had zeker al vooraf gezegd: “O mijn volk! Jullie worden hierin beproefd en waarlijk jullie Heer is (Allah) de Barmhartige volg mij dus en gehoorzaam mijn bevel.”