Home / Authenticiteit van de Bijbel / Interne bronnenkritiek in het Nieuwe Testament

Interne bronnenkritiek in het Nieuwe Testament

1: In johannes 1;44 wordt Betshada waar petrus, philip en andrew vandaan komen een stad genoemd, terwijl het destijds een dorp was. Dit is anachronisme, en laat duidelijk zien dat het geen ooggetuigen waren.

2: in matteus 4:18 was simon en andrew aan het vissen waarop jezus zegt volg mij ik zal van jullie vissers van mensen maken. Zij lieten hun netten achter en volgden hem.

In vers 22 lezen we; en meteen lieten (john en james) ze hun boot en hun vader Zebedeus achter. Marcus 1:20 zegt hierbij dat er ook medewerkers aanwezig waren bij de vader van john.

Als we matteus en marcus vergelijken met lucas. In het verhaal van Lucas 5:1-11 predikt jezus het woord van God en ziet hij 2 boten staan. De boot van peter en andrew ontbreken bij het verhaal van marcus en matteus. Jezus beveelt aan petrus om te gaan varen, en dat hij dan vis zal vangen. Dit ontbreekt eveneens in marcus en matteus. Tenslotte andrew ontbreekt eveneens in het verhaal van Lucas.

In the gospel of johannes wordt het al helemaal anders overgeleverd. Allereerst staat het volgende in matthew pooles commentary; The evangelists’ differing relation of the call of Simon and Andrew hath made a great deal of work for interpreters.

In johannes 1:40 raakt eerst andrew overtuigd dat jezus de messias is daarna gaat hij naar peter toe en verkondigd aan hem dat de messias is gekomen. dit is natuurlijk in contradictie met het verhaal in marcus, matteus en lucas. De auteurs waren geen ooggetuigen.

3: faustus zegt in zijn kritiek over het opvolgen van de wet het volgende; als jezus in zijn bergrede heeft gezegd dat hij is gekomen om de wet te vervullen, waarom levert johannes die destijds ooggetuige was van de bergrede, niet een dergelijk belangrijk gebod over van jezus? Matteus levert het over alhoewel matteus toen nog niet bekeerd was. Faustus geeft aan dat een ooggetuige namelijk johannes in zijn gospel zwijgt over een dergelijk belangrijk gebod, maar dat een minder een secundaire getuige, namelijk matteus het wel overlevert. Alhoewel het volgens hem problematisch is dat op basis van matteus 9;9 om dit geschrift aan matteus toe te schrijven is het nogal raar en onredelijk dat een ooggetuige zwijgt over deze woorden, maar een secundaire getuige erover spreekt.

4: 1 coritnhians 15;5 geeft paulus aan dat jezus verscheen aan petrus. Marcus eindigt in 16:8 waarop jezus enkel aangeeft dat de vrouwen het moeten doorgeven dat hij de apostelen zal ontmoeten in galilea, de vrouwen zwijgen volgens vers 8 en vertellen het aan niemand. Het geschrift van marcus zou overgeleverd zijn van petrus, echter komt de ontmoeting tussen petrus en jezus hier niet in voor. Dat een secundaire bron als paul spreekt over de verschijning van jezus aan petrus, maar dat het geschrift van marcus hierover zwijgt is nogal raar en vreemd. Waarom zou petrus het verzwijgen of verzuimen om zijn ontmoeting met jezus niet gedetailleerd te vertellen aan marcus?

5; Als je johannes 20 met lucas hoofdstuk 24, met marcus 16 met matteus 28 vergelijkt komen er duidelijke verschillen tot stand. Als je deze daarnaast vergelijkt met 1 corinthians 15 waarbij de empty tombe verhaal ontbreekt en ook de verschijning aan maria ontbreekt. Maakt het alleen maar onduidelijker en vager.

Matthew Pooles zegt dan ook het volgend; “But the greatest question is, Whether the woman saw the angels before that Peter and John had been at the sepulchre, or after?

6; Matteus 11: When John, who was in prison, heard about the deeds of the Messiah, he sent his disciples 3 to ask him, “Are you the one who is to come, or should we expect someone else?

Matthew 3 14 But John tried to deter him, saying, “I need to be baptized by you, and do you come to me?”

Volgens matteus hoofdstuk 3 wist Johannes toen hij jezus doopte dat hij de messias was. In matteus 11 echter wist hij het nog steeds niet toen hij in de gevangenis raakte. Zoals geza vermes aangeeft kan dit niet kloppen.

7:

Johannes 1:21;

En zij vroegen hem: Wat dan? Zijt gij Elia? En hij zeide: Ik ben het niet. Zijt gij de profeet? En hij antwoordde: Neen

Matteus 11:14 13 Want al de profeten en de wet hebben tot Johannes toe geprofeteerd.
14 En zo gij het wilt aannemen, hij is Elias, die komen zou. Volgens jezus is johannes wel elijah. Maar johannes zelf geeft aan van niet.

Malachi 4;5 “Behold, I am going to send you Elijah the prophet before the coming of the great and terrible day of the Lord .

Matthew 17:10 the disciples asked him, “Why then do the teachers of the law say that Elijah must come first?”

Elijah is dus nooit gekomen, terwijl dit wel is voorspelt in Malachi 4;5. Het feit dat de christenen dit proberen te harmoniseren is ongegrond als the spirit van elijah op hem (johannes)was, waarom ontkent johannes het zelf dan? Dan was volgens 2 kings 2, de spirit van Elijah al op Elisha en dit zou betekenen dat hij (elijah) 2 keer is gekomen en niet 1 maal zoals malachi 4;5 aangeeft.