Home / Paulus en het christendom / Broeder Ijaz in gesprek over de historiciteit van 1 Korinthe 15

Broeder Ijaz in gesprek over de historiciteit van 1 Korinthe 15

Written by Houd Elhadoute

Dit hoofdstuk is een van de belangrijkste hoofdstukken uit het nieuwe testament.
In dit hoofdstuk geeft Paulus namelijk een geloofsbelijdenis door over de kruisiging en opstanding van Jezus Christus.
In vers vier staat: “dat hij is begraven en opgestaan op de derde dag, zoals in de schriften staat.

Het Griekse woord wat hier gebruikt is voor opwekken kan ook betekenen dat het hier ging om een fysieke opheffing. Dit is tevens iets waarvan het islamitische geloof spreekt, namelijk dat Jezus Christus door God is opgeheven in een fysieke toestand met lichaam en al.

Ook staat er in dit vers dat de opstanding van Jezus te vinden zou zijn in de Schrift, waar staat dit in het Oude Testament?
We zijn gewend van Paulus dat hij altijd citeert uit het oude testament om te bewijzen dat het er daadwerkelijk staat maar bij deze keer heeft hij dat niet gedaan.
Vervolgens lezen we in vers 5 van ditzelfde hoofdstuk dat Jezus eerst verschenen zou zijn aan Petrus en daarna aan de 12 leerlingen.
Maar dit is incorrect.

Petrus is toch een van de 12 leerlingen?
Dit verhaal komt ook niet overeen met hetgeen wat staat in Lucas 24. Daar staat namelijk dat Jezus eerst verscheen aan Maria Magdalena, Johanna en enkele andere vrouwen.

Waarom benoemd Paulus deze vrouwen niet in dit hoofdstuk?

Een vers daarna zegt Paulus dat Jezus daarna is verschenen aan nog 500 broeders. Waarom hebben wij geen enkele getuigenis van een van deze vijfhonderd broeders?
Daarna, in vers zeven zegt Paulus dat hij verscheen aan Jacobus en daarna aan alle overige apostelen. Ook hier merken we op dat Jacobus ook een van de 12 leerlingen is. Waarom maakt Paulus een onderscheid tussen Jacobus en de 12 leerlingen?
Geleerden hebben hier kritisch naar gekeken en sommigen van hen zijn tot de conclusie gekomen dat Paulus hier verschillende verhalen combineert die toen gangbaar waren. Nadat Jezus verscheen aan al deze mensen, verscheen hij als laatste aan Paulus.
In vers beschrijft Paulus zichzelf als iemand die voortijdig geboren is.

We lezen het volgende in vers 29:
“ wat denken zij die zich voor de doden te laten dopen te bereiken?”
Sommige christenen verwijten de mormoonse kerk voor het feit dat hunn kerkgangers zich laten dopen in de naam van de doden.
Deze christenen zijn er eigenlijk niet van bewust dat Paulus dit zelf benoemde in zijn brief.
Maar de vraag die gesteld moet worden is: heeft Jezus zijn volgelingen of apostelen ooit de opdracht gegeven om te dopen in de naam van de doden?
Is het acceptabel om te dopen in de naam van de doden?

In 1 korinthe 15: 33 lezen we het volgende:
“ maar vergis u niet, slecht gezelschap bederft goede zeden.”
Dit is een letterlijke overname uit het toneelstuk genaamd Thais, geschreven door Menandros.

We lezen in vers 36 dat Paulus bepaalde mensen een dwaas noemt. Dit alleen omdat zij een vraag stelden die volgens hem dom was.
Is dit de manier hoe je je moet gedragen als een apostel van Jezus?
Was God degene die Paulus inspireerde om zich zo te misdragen?