Home / Paulus en het christendom / De historiciteit van de brieven van Paulus 1 en 2 Tessalonicenzen

De historiciteit van de brieven van Paulus 1 en 2 Tessalonicenzen

Vertaald door; Houd Elhadoute

Na zijn bekering verkondigde Paulus het evangelie aan verschillende steden.
Ook in Tessalonica verkondigde hij het evangelie, waar hij drie weken verbleef.
Daarna verliet hij Tessalonica en stuurde hij hen brieven om hen te vragen hoe het gaat, om hen te adviseren en om hen aan te moedigen.

Alhoewel er wordt aangenomen dat dit de vroegste brieven van Paulus zijn die het hebben overleefd en dat deze brieven geschreven zouden zijn rond 50 na Christus, dateren de vroegste manuscripten voor deze brieven uit de derde eeuw N. Chr.
Deze manuscripten zijn p46, p30, p65 en p92.

2 Tessalonicenzen wordt door velen niet gezien als een brief van Paulus.
Geleerden merken op dat de schrijfstijl van deze brief afwijkt van 1 Tessalonicenzen.

In 2 Tessalonicenzen 2 waarschuwt Paulus de mensen in Tessalonica voor brieven die zogenaamd geschreven zouden zijn door hem.
Als we kijken naar de laatste verzen van 2 Tessalonicenzen, dan zien we dat Paulus afsluit met een eigenhandige groet.
Dit kunnen we lezen in 2 Tessalonicenzen 2: 17 waarin staat:
“Een eigenhandige groet van mij, Paulus.
Dit is een teken in iedere brief.
Zo schrijf ik.”
Maar dit merkteken komen we niet tegen aan het einde van al zijn brieven, zelfs niet in zijn eerste brief naar Tessalonica.
Betekent dit dan dat deze brieven geschreven zijn door verschillende auteurs?

We zien ook dat er verschillende variaties zijn in de manuscripten voor 1 Tessalonicenzen.
We lezen in Codex Vaticanus dat er wordt verwezen naar Timotheus als zijnde een broeder en mede-arbeider van Paulus.
In Codex Sinaiticus en Codex Alexandrinus echter komen we een toevoeging tegen die theologisch gezien niet klopt, namelijk dat Timotheus een mede-arbeider van God is.
Geleerden maken hieruit dat er om een of andere reden corruptie is aangebracht aan Codex Sinaiticus en Codex Alexandrinus en dat Codex Vaticanus hierin leidend is.

Dit staat in 1 tessalonicenzen 3:2 sommige manuscripten zeggen; Our brother, and minister of God, and our fellow-laborer. Anderen zeggen; Some important manuscripts read, “our brother and fellow-worker with God”. (Pullpit commentary)

We lezen in 1 tessalonicenzen 5 lezen we dat Paulus zegt dat het uur zeer nabij is, waarna hij dit tegenspreekt.
Opmerkelijk hieraan is dat hij in 2 tes. 2 waarschuwt voor brieven die namens hem zeggen dat het uur zeer nabij is.

We zien ook dat Paulus in 1 tes. 2: 2, 9 spreekt Paulus over the gospel of God.
Dit verklaart enigszins waarvandaan de claim van de moslims komt.
In vers 13 van datzelfde hoofdstuk zien we ook dat hij een onderscheid maakt tussen het woord van God en zijn brieven.
Hij zag zijn brieven niet als het woord van God, inspiratie of openbaring.
Er zijn echter mensen die dit wel zien als openbaring.