Home / Authenticiteit van de Bijbel / Verwijst Daniel 9 naar Jezus (vrede zij met hem)?

Verwijst Daniel 9 naar Jezus (vrede zij met hem)?

Daniel 9 is een Bijbelpassage dat voor diverse standpunten heeft gezorgd. Oftewel, Joden en christenen zijn hierover al eeuwenlang in onenigheid. In dit stukje werk zullen Daniel 9 grondig bestuderen en alle zaken hierover analyseren, opdat we gezond beeld hebben van Daniel 9.

De Joodse Rabbijn Moshe Shulman heeft het volgende te zeggen hierover in zijn werk, ‘ Daniel 9–ItsChronology and Meaning’ :

”Alhoewel veel van de kerkvaders als een feit aannamen dat Daniel 9 over Jezus ging, weinigen van hen hebben getoond waarom het over Jezus zou moeten gaan.”

En dat is niet onterecht, want wanneer we de standpunten van de vroege kerkvaders onderzoeken, komen we achter dat zij niet alleen met de Joden in onenigheid waren, maar ook onderling. De volgende vroege christenen hebben hun interpretatie voorgelegd aangaande Daniel 9, en elk van hen is in onenigheid met de ander:

Clement van Alexandria (150-215),  Julius Africanus (160-240),  Tertillian (160-220), Hippolytus (170-236), Aphrahat (270-345), Cyril van Jeruzalem (315-386)  & Sulpitius Severus (363-425). (1)

De huidige christelijke interpretatie staat achter de conclusie van de kerkvaderen – los van hoe en waarom het over Jezus gaat – : Daniel 9 gaat over Jezus. Christenen zien in Daniel 9 de precieuze tijd en profetie over de komst en doel van Jezus Christus; zijn dood, het jaar dat die zou komen en het eeuwige vrede en eind aan zonde. De details hierover zijn op talloze christelijke sites te vinden, dus dat bewaren we hier even zodat we verder kunnen gaan en de ware punten (of: problemen) behandelen.

Er zijn drie punten die de christenen over het hoofd zien,dat we willen benadrukken;

1-Daniel 9 heeft over bepaalde incidenten die in bepaalde jaren (490 jaar) moet gebeuren en meldt ons dat de telling van die aantal jaren begint vanaf het woord dat uitgaat om Jeruzalem weer op te bouwen (ter info: de tempel van de Joden was in die jaren vernietigd en de Joden leefden in ballingschap). Het probleem hierbij is dat er in realiteit 4 bevelen , verschillende tijden, worden gegeven. Welke is het? Want om bij Jezus uit te komen, moet je een specifiek jaar kiezen zodat de telling van toen tot Jezus klopt.

Onder de kerkvaders bestaat er onenigheid over welke gebeurtenis als begintijd gehanteerd moet worden. De kerkvader Tertullianus geeft bijvoorbeeld aan dat de begintijd van de profetie, van start gaat vanaf de tijd dat Daniel de openbaring van de Engel heeft ontvangen. Christenen zijn onderling sterk verdeeld vanaf welke tijd er gecalculeerd moet worden. Sommigen zijn van mening dat Artaxerses de opdracht gaf aan Nehemiah om de stad te herbouwen. Dit zou in Nehemia, hoofdstuk 2, vers 5 staan, als we echter de context gaan lezen, dan komen we er al gauw achter dat het niet gaat om de stad te herbouwen, maar slechts om de stad te versterken .

In Joseph Benson’s Commentary staat hier het volgende over; “Wouldst give me a commission to go and build the walls of Jerusalem, and thereby make it a city again, for it is now in a defenceless state, as an open town, exposed on all sides to the attacks of its enemies. “A generous spirit,” says Lord Clarendon, “can think of nothing but relieving his country while it is under a general misery and calamity.”

We zien dus dat de christenen een subjectieve benadering tonen om de beginperiode te selecteren. Allereerst wordt in de periode die veel christen apologeten citeren, namelijk het bevel van Artaxerses aan Nehemia, geen stad herbouwd, een bestaande stad, die al is opgebouwd wordt enkel versterkt. Zodoende staan er drie andere tijden beschreven, in het OT waarin er opdracht wordt gegeven voor het herbouwen van de stad. De kerkvaders verschillen welke van de vier gekozen moeten worden, en als gevolg daarvan hanteren ze andere berekeningsmethodes. De kerkvader Cyril of Jeruzalem is van mening dat de begintijd die aangehouden moet worden, begint vanaf Darius de mede die opdracht gaf om de stad te herbouwen. Naast het feit dat de christenen onderling verschillen willen we benadrukken dat de manier van tellen ook verschilt met de joden. Ze verschillen onder meer in het  afronden van getallen en gebruik van een kalender. Hierover raad ik u de lectuur van Rabbijn Michael Skobac aan, aangaande Daniel 9. Of anders zijn artikel hierover: ‘ Daniel 9 – A True Biblical Interpretation ‘ , te vinden op Jews For Judaism.

2-De 70 jaarweken in Daniel (totaal 490 jaren, 7 keer 70 = 490) worden niet chronologisch afgeteld door de christenen. De eerste 69 jaarweken worden chronologisch afgeteld vanuit een bepaald jaar dat ze kiezen, maar bij de laatste jaarweek stoppen ze met chronologisch tellen en menen ze dat het na 69 jaarweken niet meer chronologisch afgeteld moet worden maar nog moet gebeuren in de toekomst, waarbij we nu al duizenden jaren verder zijn. Het blijft een onbeantwoord vraag met welk recht in de tekst ze concluderen dat alles tot en met jaarweek 69 in chronologische volgorde afgeteld moet worden, maar jaarweek 70 duizenden jaren verschoven mag worden.

3-Dit punt is in feite het punt dat heel het artikel zal opsommen. Daniel 9 splitst 69 jaarweken in 7 jaarweken en 62 jaarweken. In de Bijbel betekent een aparte opnoeming dat het altijd om aparte getallen gaat, zie hiervoor ook de lectuur of artikel van Rabbijn  Michael Skobac. (2)

De tekst zelf maakt ook een grammaticale onderscheid tussen 62 en 7 weken. In de Hebreeuwse tekst wordt namelijk na het aangeven van zeven weken een Etnach gebruikt –> dat kan je vergelijken met een ‘pauze’ oftewel een ‘puntkomma’ in het Nederlands. Met andere woorden er is een distinctie tussen die 7 en 62 weken. Niettemin voegen Christelijke vertalingen vaak woordjes toe aan de tekst die niet in de oorsprong te vinden zijn. De King James Version plaatst bijvoorbeeld ‘the’ achter de Messias, terwijl deze niet te vinden is in de Hebreeuwse tekst. Tevens wordt ‘the’ achter de 62 weken in Daniel 9;26 niet vertaald door de King James Version, maar wordt deze achterwege gelaten. Omdat het een duidelijke onderscheid laat zien tussen 7 en 62 weken.

Evenzo, zodat het in overeenstemming is met de christelijke telling, lezen de christenen de apart genoemde 7 en 62 jaarweken als één getal ; 69 jaarweken.

Alleen zoals we hierboven aangaven, Daniel 9 laat dat niet toe. Want nadat de jaarweken 7 en 62 zijn genoemd, staat er in vers 26 het volgende ‘en na die 62 jaarweken…’. Wat betekent dat? Het betekent dat Daniel 9 de getallen 7 en 62 als aparte getallen en incidenten ziet, zoals de Joodse lezing al eeuwen zegt. Het vers splitst heel overduidelijk dat die 62 losstaat van het getal 7. Daniel 9 heeft dus niet over één incident dat volgens de christenen met het getal 69 jaarweken aangeduid wordt, maar over 2 incidenten, dat met de getallen 7 en 69 aangeduid worden. En wanneer dat dus gebeurt, klopt de christelijke telling niet meer, die gebaseerd was op 69 jaarweken ná het begin van de telling.

Zoals Rabbi Skobac aangeeft al zouden we de christelijke berekening toepassen dan nog leidt het tot issues; zodoende de christenen hanteren een beginperiode vanaf 444 jaar voor Christus, waarna ze 69 jaar, oftewel 483 jaar daarbovenop tellen. Je zou dan uitkomen in het jaar 39 jaar na Christus. Geen enkele vroege kerkvader of Christengeleerde heeft aangegeven dat Jezus is gekruisigd in het jaar 39. De jaartellingen variëren van het jaar 30-33.

Zo zien we dus dat Daniel 9 in eerste gezicht een christelijke smaak heeft, maar na dieper onderzoek steeds meer Joodse smaak krijgt. En mocht u meer willen weten over de Joodse interpretatie, waarom die 7 jaarweken voor de Perzische koning Cyrus staat – die in de Bijbel Messias/Gezalfde van God wordt genoemd (Jesaja 45:1) – en waar Daniel 9 volgens de Joden over gaat? Dan verwijs ik u weer naar de lectuur en artikel van Rabbijn Michael Skobac. Voor ons is het voor nu genoeg om te weten dat de christelijke lezing genoeg kritiek te verdragen heeft en niet overeenkomt met wat er in Daniel 9 staat.

Het feit dat de vroegste christelijke apologeten als Justinus de Martelaar deze profetie niet hebben gebruikt in hun dialoog met joden zegt ook voldoende over de overtuiging dat Daniel 9 wijst op Jezus.

Het feit dat de tekst in Daniel 9;24 het volgende zegt; “om visioen en profeet te verzegelen”. Wij weten dat na de komt van Jezus visioenen en profeten niet verzegelt zijn. Zodoende staat het boek dat na de dood van Jezus is geschreven genaamd ‘Openbaringen’ vol met profetieën. Tevens geeft het boek Handelingen van de apostelen aan dat er na de dood van Jezus, voldoende ‘profeten’ waren die profetieën deden.

In Handelingen van de apostelen 21;10 lezen we het volgende;

“27 En in dezelfde dagen kwamen enige profeten af van Jeruzalem te Antiochië

28 En een uit hen, met name Agabus, stond op, en gaf te kennen door den Geest, dat er een grote hongersnood zou wezen over de gehele wereld; dewelke ook gekomen is onder den keizer Claudius.”

In Benson Commentary staat het volgende; “Hebrew, ולחתם חזון ונביא, to seal vision and prophet; prophet being put for prophecy”.

Als de christenen van mening zijn dat dit wijst op de profetieën die op Jezus wezen, dan is dat niet meer dan een drogreden, gezien het feit dat de christenen van mening zijn dat alle profetieën in het Oude-Testament nog niet allemaal zijn uitgekomen over Jezus. Gezien het feit dat zij geloven dat Jezus voor de tweede keer zal komen om gerechtigheid te brengen.

Zodoende lezen we in Daniel 9;24 bepaalde aspecten er zouden moeten gebeuren; zoals; “’To put an end to sin“. Het is duidelijk dat vandaag de dag christenen nog steeds zondigen, en zelfs de claim van christenen dat Jezus voor hen is gestorven geldt niet voor iedereen. Dus dit kan zeker niet toegepast worden op het feit dat zondes verdwijnen of eindigen. (4)