Home / Authenticiteit van de Bijbel / De veranderingen aangebracht door Matteus aan het geschrift van Marcus.

De veranderingen aangebracht door Matteus aan het geschrift van Marcus.

De evangelisten claimen dat enkel de liberale geleerden claimen dat Marcus, als eerst is geschreven. Shabir Ally haalt in zijn debat tegen James White echter ook conservatieve geleerden aan, zoals F.F. Bruce en Richard Baukham, die tevens beweren dat Marcus zijn geschrift eerder heeft opgesteld dan Matteus en Lucas. (1)

Er zijn enkele veranderingen die Matteus heeft aangebracht aan het geschrift van Marcus. Volgens James White weten we niet wie het eerste geschrift heeft opgetekend. Tevens haalt Shabir Ally naar voren dat het verschijnen van Jezus (vrede zij met hem) na diens dood aan de apostelen ontbrak in het oorspronkelijke Manuscript van Marcus.

Evenzo geeft Eusebius aan dat de meerderheid van de manuscripten eindigen op vers 8. (2) Ook F.F. Bruce geeft aan dat het einde van Marcus op vers 8 is en dat de korte en langere versie van vers 9-20 een latere interpolatie zijn in het geschrift van Marcus. (3) Ustadh Shabir stelt dan de juiste vraag om aan te geven dat de toevoeging is gedaan op basis van de beschrijving in Matteus en Lucas, ook dit vormt een bewijs dat Marcus eerder is opgetekend dan de overige geschriften.

In Marcus, hoofdstuk 9 vers 5 staat het volgende; “En Petrus, antwoordende, zeide tot Jezus; Rabbi, het is goed.

In Matteus hoofdstuk 17 vers 4 staat echter; “En Petrus, antwoordende, zeide tot Jezus; Heere! Het is goed.
In Marcus hoofdstuk 13 vers 35; “So keep watching, because you do not know when the master of the House is coming”.

In Matteus hoofdstuk 22 vers 42 staat het volgende; “So you, too, must keep watch! For you don’t know what day your lord is coming”.

In Marcus hoofdstuk 8 vers 29 staat; “En Petrus antwoordende, zeide tot hem; Gij zijt de Christus”.
In Matteus hoofdstuk 16 vers 16 staat het volgende; “En Simon antwoordende zeide; Gij Zijt de Christus, de zoon des Levenden Gods”.

Dit zijn een aantal voorbeelden waarin Matteus het woord dat gebruikt wordt in Marcus veranderd. Hij veranderd het woord “rabbi” in de “Heer”.

Dit is echter niet de enige verandering die Matteus heeft toegepast op het geschrift van Marcus, zodoende weten we dat zowel Lucas als Mattheus enkele verhalen uit Marcus niet hebben opgenomen in hun geschrift. Matteus en Lucas hebben de volgende beschrijving over een mogelijke vroege dood van Jezus niet opgenomen in hun geschrift;

“Marcus, hoofdstuk 15, vers 44; “En Pilatus verwonderde zich, dat hij alrede gestorven was; en dan hoofdman over honderd tot zich geroepen hebbende, vraagde hem, of hij lang gestorven was”.

De christen apologeet Brown haalt twee redenen aan om te verklaren waarom Matteus en Lucas dit passage niet hebben opgenomen. Zijn eerste reden is dat het een latere toevoeging is, volgens hem is dit een zwakke argument, en volgens Brown is zijn tweede argument ook niet overtuigend. (5)

Matteus heeft niet enkel een woord veranderd tijdens het opstellen van zijn geschrift maar ook de beschrijving van gebeurtenissen in Marcus.

In Marcus hoofdstuk 12 vers 28-29 staat het volgende; “En Jezus antwoordde; “het eerste van al de geboden is; Hoor, Israel! De Heere, onze God, is een enig Heere!

In vers 30 staat het volgende; “En gij zult den Heere, uw God liefhebben uit geheel uw hart en uit geheel uw ziel, en uit geheel uw verstand en uit geheel uw kracht. Dit is de eerste Gebod!

In Matteus hoodstuk 22 vers 27 staat het volgende; “En Jezus zeide tot hem: Gij zult liefhebben des heere, uw God, met geheel uw hart, en met geheel uw ziel en met geheel uw verstand.

Matteus past het geschrift van Marcus aan door; “Het eerste val de geboden is; Hoor Israel! De Heere, onze God, is een enig Heere”, achterwege te laten, omdat het niet strook met diens opvatting. Hier zien we een wijzigende tendens dat zichtbaar is onder de evangelie auteurs. Dat God de enige is, wordt bewust achterwege gelaten door Matteus.

Een tweede opvallende wijziging dat plaatsvind door Matteus is het volgende;

In Marcus hoodstuk 10 vers 17-18 staat het volgende; “Goede meester, wat zal ik doen opdat ik het eeuwige leven beerve? En Jezus zeide tot hem; “Niemand is goed, dan een, namelijk God.

In de oudste manuscripten van Matteus 19;17 staat echter het volgende; “”Why askest thou me concering that which is Good? Dit is een duidelijke verandering aan de vraagstelling, en het antwoord van Jezus, want in Marcus wordt de vraag gesteled Good Master, waarop Jezus zegt Niemand is goed behalve God, dit is bij Marcus dus ook van toepassing op Jezus, want de vraag wordt gesteld met nadruk op Jezus de goede meester, waarop Jezus antwoord niemand is Goed behalve God (dus Jezus ook niet). In het verhaal van Matteus wordt dit echter aangepast en wordt er niet gezegd “Goede meester”. Waardoor het antwoord dus niet invloed heeft dat hij geen goede meester is maar dat absolute goedheid enkel behoort tot God.

In Ellicot’s commentary staat dan ook het volgende; “The alteration was probably made as before, fort the sake of agreement with the other Gospels”. (6)

Tenslotte zal ik nog een laatste wijzing behandelen dat is aangebracht door Matteus aan het geschrift van Marcus. Alhoewel Matteus meerdere wijzingen heeft aangebracht net zoals het feit dat Jezus in Marcus naar de vijgenboom toegaat en dat de boom nog geen vruchten heeft gegeven, omdat het seizoen daarvoor niet is aangebroken, maakt Matteus geen enkele verwijzing naar het seizoen, maar geeft hij een eigen draai aan het verhaal.

Het laatste voorbeeld zal niet hierover gaan, maar over Marcus hoofdstuk 6 vers 51 en 52 waarin het volgende staat; “En hij klom tot hen in het schip en de wind stilde; en zij ontzetten zich bovenmate zeer in zichzelven en waren verwonderd. Want zij hadden niet gelet op het wonder der broden; want hun hart was verhard”.

In Matteus hoofdstuk 14 vers 33 staat het volgende; “Then the disciples worshipped him, you really are the son of God”.

In de versie van Marcus waren de apostelen verbaasd maar in de versie die Matteus beschrijft antwoorden de apostelen met alle zekerheid.

De volgende Bijbelcommentatoren delen onze mening dat dit een tegenstelling is met het geschrift van Marcus.

In Matthew’s Gospel, the New American Bible has a footnote saying as follows: “This confession is in striking contrast to the Markan parallel where the disciples are “completely astounded…. (p. 35)

In the Pelican New Testament Commentaries, author John Fenton reminds us that in Mark the disciples were uncomprehending.

Fenton then comments: “Matthew omits this, because in his Gospel the disciples are presented as men who have been given insight” (The Gospel of Saint Matthew, p. 247).

The difference here between Matthew and Mark was pointed out also in Harper’s Bible Commentary.
Commenting on Matthew, the editors say: “Instead of reacting, as in Mark, with incomprehension, the whole crew confesses Jesus as the Son of God” (1988 edition, p. 967). (7)

 

 

 

(1) https://www.youtube.com/watch?v=R15NElGhXSA
(2) https://www.ibr-bbr.org/files/bbr/bbr18a04_stein.pdf
(3) idem, 6.
(4) https://www.youtube.com/watch?v=R15NElGhXSA
(5) Brown zegt het volgende; “In sum, for Brown the choices are reduced to one of these two views on the reason for the story to not appear in Matthew and Luke even though it appears in Mark:
Mark himself wrote the verses, but Matthew and Luke omitted them because they thought that they are now counterproductive to the apologetic intent of proving that Jesus was truly dead.
Matthew and Luke used a copy of Mark’s Gospel that did not contain the two verses. The verses were later inserted into Mark’s Gospel by some shadowy redactor. The edition which Matthew and Luke used are now lost to us. (bron; http://www.shabirally.com/rejoinder_to_james2b.php)
(6) http://biblehub.com/commentaries/matthew/19-17.htm
(7) http://www.missionislam.com/knowledge/books/isjesusgodno.pdf, Shabir Ally, Is Jezus God, 42.