Home / Authenticiteit van de Bijbel / Schreef Mozes (vrede zij met hem) de huidige Thora, deel 3?

Schreef Mozes (vrede zij met hem) de huidige Thora, deel 3?


Thomas Hobbes heeft meerdere bewijzen verzameld uit de eerste vijf boeken van het Oude Testament, dat deze boeken niet het werk kunnen zijn van Mozes. Een goed voorbeeld hiervan is dat de tekst in sommige gevallen het volgende zegt; “to this day.” “To this day” is echter geen aanduiding voor iemand die een bepaalde gebeurtenis aan het beschrijven is. Maar eerder de aanduiding van een latere auteur die een gebeurtenis in het verleden aan het beschrijven is. (1)

Een goed voorbeeld hiervan is deuteronomium 31:22 waarin de volgende passage voorkomt; “zo schreef Mozes die dag het lied op en leerde hij het aan de Israelieten”.

Vier jaar later schreef de Franse Calvinist, Isaac de la Peyrere, dat de eerste vijf boeken niet het werk van Mozes konden zijn. In de eerste verzen van Deuteronomium lezen we de volgende passage : “across the Jordan”. De gehele vers is als volgt; “These are the words that Moses spoke to the children of Israel across the Jordan….”. Het probleem met deze passage is dat het refereert naar Mozes en is opgetekend door iemand die verblijft aan de andere kant van de rivier. (2)

In de Haydock Commentary wordt aangegeven dat Don Calmet (18e eeuw) van mening was dat dit een toevoeging was aan het geschrift.

Adam Clarke zegt hierop in zijn commentaar op de Bijbel in volume 1 op pagina 749 het volgende: “de eerste vijf verzen van dit hoofdstuk kunnen niet de woorden van Mozes zijn. Deze verzen zijn hoogstwaarschijnlijk toegevoegd door Ezra of Joshua”.

Daarnaast wordt er in Genesis, drie keer de naam ‘Hebron’ gebruikt om een gebied aan te duiden. De naam ‘Hebron’ voor de desbetreffende gebied werd echter gangbaar voor de Israelieten na de overwinning in Palestina. Dit is echter eeuwenlang na de dood van Mozes gebeurd. Dit geldt tevens voor Genesis 14:14, waarin de naam van het gebied wordt aangeduid als ‘Dan’, de benaming van het gebied werd pas gangbaar eeuwen na de dood van Mozes in de tijd van de ‘judges’. (3)

Horne zegt in zijn commentaar het volgende; “het is goed mogelijk dat Mozes, Raba en Laish, heeft opgeschreven en dat dit later is veranderd naar Hebron en Dan. (4)

Dit geldt ook voor de laatste woorden in deuteronomium 3;14, Horne zegt het volgende hierover in zijn commentaar; “het is onmogelijk dat Mozes deze woorden heeft gesproken”. Het gaat hier om de woorden ’to this day'(5)

In Elicott’s Commentary staat hier het volgende over; “air took . . . unto this day.—The last words of this chapter seem to point to a later hand, as of Joshua, describing the completion of the conquest. The expression “unto this day” is characteristically common in Joshua, or in the editorial notes inserted throughout that book. (See Introduction to Joshua, “On the Style of the Book.”

Benson Commentary zegt hierover het volgende; “Deuteronomy 3:14. Unto this day — This must be put among those passages which were not written by Moses, but added by those holy men who digested the books of Moses into this order, and inserted some few passages to accommodate things to their own time and people”.

In Matthew Poole’s Commentary staat hier het volgende over; “Unto this day: this must be put among those other passages which were not written by Moses, but added by those holy men who digested the books of Moses into this order, and inserted some very few passages to accommodate things to their own time and people.” (6) 

In Jamieson-Fausset-Brown Commentary lezen we het volgende; “unto this day—This remark must evidently have been introduced by Ezra, or some of the pious men who arranged and collected the books of Moses“.

 

 

(1) Richard Friedman, who wrote the Bible, 20

(2) ibidem.

(3)Rahmetullah Karanwi, Izhar ul Haqq, addition no. 13

(4) Rahmetullah Karanwi, Izhar ul Haqq, addition no.11

(5) idem, addition no3.

(6) http://biblehub.com/commentaries/deuteronomy/3-14.htm