Home / Jezus / Identiteit van Jezus (volgens omstanders), deel 1

Identiteit van Jezus (volgens omstanders), deel 1

Wij moslims hebben geen twijfel dat Jezus vzmh als profeet op aarde was gekomen. Wij gaan hier echter ook niet proberen te bewijzen dat Jezus vzmh een profeet was, want elke christenen die bekend is met de Bijbel weet dat Jezus vzmh zelf als profeet voorgeschoteld wordt in de Bijbel! De christenen zullen echter niet snel overtuigd raken als wij met bewijzen komen van de Edele Koran. De Koran op zich dient voor hen geen enkel bewijs. De Bijbel alleen is voor hen een bron van waarheid en bewijsmateriaal. We zullen in dit artikel daarom geen verzen van de Koran aanhalen om onze standpunt te verdedigen, maar gaan we onze analyse baseren op de personen die in de tijd van Jezus vzmh in leven waren die hem tevens kenden, volgden en in hem geloofden(als boodschapper van God). Onze analyse zal chronologisch opgebouwd zijn.

Laten we beginnen in het begin, op de tijd dat Jezus vzmh werd geboren.
Als we kijken naar het evangelie van Mattheüs(refererend naar 2:2), dan zien we dat de auteur hier spreekt over de geboorte van Jezus vzmh. Het gaat hier over de drie wijze mannen die op zoek waren naar Jezus vzmh. Ze wilden graag reizen naar de stad waar Jezus vzmh geboren zou worden. Toen ze er eenmaal aankwamen, wat denk je dat de reactie van deze drie wijze mannen was? Mocht de claim van de christenen kloppen(Jezus is God), dan verwacht je toch echter de volgende reacties; ‘Waar is onze God, de redder waar wij al zo lang op hebben gewacht? Waar is Jezus de ‘vleesgeworden’ God waar de Oude Testament het ons over heeft verteld?’

Echter zien wij geen reactie die hier maar ook een beetje dichtbij komt, maar reageerden als volgt;

“Ze vroegen: ‘Waar is de pasgeboren koning van de Joden? Wij hebben namelijk zijn ster zien opgaan en zijn gekomen om hem eer te bewijzen.’’ Mattheüs 2:2

Trouwens, degenen die bekend zijn met de joodse leer, weten dat ‘de koning’ een referentie is naar de Messias. Dit opent dus echter weer een nieuwe probleem voor de christelijke leer. De joden waren namelijk niet in het geloof dat God zelf als Messias op aarde zou komen!

Laten we nu over gaan naar Maria(Maryam as) de moeder van Jezus vzmh. Gezien het feit dat de christenen geloven dat Jezus vzmh God is, spreken we volgens hen over de moeder van God. Als er iemand Jezus vzmh goed zou kennen, dan is dat haar moeder wel. Zij zou haar zoon beter moeten kennen dan wie dan ook! Mocht haar zoon God zijn, dan is het vanzelfsprekend dat zij de eerste persoon zou zijn die dit zou weten. We willen de lezers er op attenderen dat Maria niet zomaar een vrouw was. Zij was een streng religieus vrouw, wie kennis had over de Oude Testament. Als de Oude Testament gezegd zou hebben dat een maagd bevallen zou worden van een God en een maagd ook daadwerkelijk werd bevallen van een zoon, dan zou zij ook geheid weten dat zo’n profetie op haar zou slaan en dat haar zoon God zou zijn. Want het gaat hier namelijk wel om een grote wonder. Maar in plaats daarvan zien wij het tegenovergestelde;

Toen Jezus vzmh twaalf jaar oud was, maakte hij samen met zijn moeder en Jozef hun gebruikelijke pelgrimstocht. Wat gebeurde er? Jezus vzmh was verdwaald. Hij wordt achtergelaten wanneer zijn moeder en Jozef weer weg gingen. Wat is de reactie van de moeder?

Zijn moeder wordt bang en zenuwachtig! Kijk, het is logisch dat wanneer een moeder zijn kind heeft verloren, zij bang, bezorgd en zenuwachtig raakt. Drie dagen daarna vinden ze Jezus vzmh in een tempel. De moeder van Jezus vzmh en zijn ‘adoptie’ vader Jozef;

“Toen zijn ouders hem zagen, waren ze ONTZET, en zijn moeder zei tegen hem: ‘Kind, wat heb je ons aangedaan? Je vader en ik hebben met ANGST in het hart naar je gezocht.” Lucas 2:48

Vraag je dit eens af; Als Maria geloofde dat haar zoon God zou zijn, denk je echt dat zij bezorgd zou zijn over Om God in zijn eentje te laten? De enige reden waarom een moeder bezorgd zou zijn over haar kind zoals elke moeder dat zou zijn, is omdat een kind zijn moeder op een jonge leeftijd nodig heeft en niet veilig is om alleen te laten.
Vertel je ons nu, dat je bang bent om God alleen achter te laten? De Almachtige God die Jeruzalem heeft geschapen waar hij zich nu op dat moment bevond? Moet dit de gehele mensheid een logische betekenis geven? Als Maria had geloofd dat haar zoon God zou zijn, dan zou zij niet nerveus noch bang worden. Zij had moeten denken;

‘Dat is geen probleem, mijn zoon is immers God, wie zou hem nog wat kunnen aan doen? Hij moet juist over mij waken en zorgen, in plaats van dat ik over hem moet waken en zorgen! Want uiteindelijk is hij degene die mij geschapen heeft. Dus moet ik nu opeens mijn eigen schepper verzorgen?’

Oké, we zijn net ingegaan op de personen die Jezus vzmh als eerst hebben ontmoet. We gaan nu over op de metgezellen van Jezus vzmh. Als we terug gaan naar het evangelie van Mattheüs, dan lezen we dat Jezus vzmh zijn metgezellen de volgende vraag heeft gesteld;

Wat denken jullie over Mij? Wie ben Ik?” Mattheüs 16:15

De vraag die Jezus vzmh heeft gesteld, is ook het onderwerp wat hier in dit artikel besproken wordt. Dit is ook de ultieme vraag met de ultieme gelegenheid om de goddelijkheid van Jezus vzmh te bewijzen. Als de bewering van de christenen waar zou zijn, dan zouden de metgezellen de vraag van hun God als volgt of als een soort gelijke reactie moeten beantwoorden;

“Jij bent God/Almachtige/Schepper” of “Jij bent één van de drie-eenheid etc”

De gegeven antwoord van de metgezellen is nu ook zeer belangrijk en definieert logischer wijze evenals de conclusie die in dit artikel gemaakt wordt. De metgezel Simon Petrus gaf antwoord op de vraag van Jezus vzmh en zei;

“Jij bent de MESSIAS, de Zoon van de levende God!” Mattheüs 16:16

Sorry, wat werd er als antwoord gegeven?
“De Messias!

Geen van de metgezellen hebben zijn vraag beantwoord met; ‘Jij bent God’ of ‘vleesgeworden God’ of ‘één van de drie-eenheid, laat mij buigen voor je en je aanbidden’. Nee, Simon zei duidelijk, ‘Jij bent de Messias, de Zoon van de levende God!’

Daarbij denken vele christenen dat ‘de Zoon’ kenmerkend is voor een Goddelijke eigenschap. Dit is een absolute valse bewering! Als dat zo zou zijn, dan kent de Bijbel niet alleen de ‘drie-eenheid’, maar een ‘iedereen-eenheid’! Want weet dat de titel ‘de Zoon’ van God ook aan anderen was gegeven voor zowel voor als na de komst van Jezus vzmh;

“En dan moet jij tegen de Farao zeggen: “Dit zegt de HEER: Israël is mijn zoon, mijn eerst geboren zoon.” Exodus 4:22

“Het besluit van de HEER wil ik bekendmaken. Hij sprak tot mij: ‘Jij bent mijn zoon, ik heb je vandaag verwekt.”  Psalmen 2:7

Alle die door de Geest van God worden geleid, zijn kinderen van God.”  Romeinen 8:14

De zoon van God betekend eigenlijk niks anders dan de dienaar van God. Vele christenen hebben moeite met het accepteren van deze interpretatie, maar laten we eens samen kijken naar de gegeven analyse. De volgende verzen zijn afkomstig van Handelingen 3:26;

King James Bible
“Unto you first God, having raised up his son Jesus, sent him to bless you, in turning away every one of you from his iniquities.”

Aramaic Bible in Plain English
“God appointed to you from the first and sent his son to bless you, if you are converted, and you return from your evils.”

King James 2000 Bible
“Unto you first God, having raised up his son Jesus, sent him to bless you, in turning away every one of you from his iniquities.”

De bovenste Bijbels refereren in dit vers naar Jezus vzmh als de ‘Zoon’ van God. Laten we nu kijken naar de andere Bijbels die ge-update zijn wat betreft een correcte vertaling/interpretatie (het gaat hier nog steeds om Handelingen 3:26);

New International Version
“When God raised up his servent(dienaar), he sent him first to you to bless you by turning each of you from your wicked ways.”

New Living Translation
“When God raised up his servent(dienaar), Jesus, he sent him first to you people of Israel, to bless you by turning each of you back from your sinful ways.”

International Standard Version
“When God raised up his servent(dienaar), he sent him first to you to bless you by turning every one of you from your evil ways.”

Dit zijn maar een paar voorbeelden! Het bewijzen dat het kenmerk ‘de Zoon’ je niet Goddelijk maakt, vergt een eigen topic op zich zelf, dus gaan we verder.

Nu gaan we over naar het evangelie van Johannes. De huidige discussie waar wij moslims vandaag de dag met de christenen houden, hielden zijn eigen volgelingen dezelfde discussie onderling;

“Toen de mensen in de menigte dit hoorden zeiden ze: ‘Dit moet wel de profeet zijn.’ Anderen beweerden: ‘Het is de Messias,’ maar er werd ook gezegd: ‘De Messias komt toch niet uit Galilea? De Schrift zegt toch dat de Messias uit het nageslacht van David komt en uit Betlehem, waar David woonde?’ Zo ontstond er verdeeldheid in de menigte, en sommigen wilden hem grijpen, maar niemand deed hem iets.” Johannes 7:40-44

Zoals de auteur van Johannes het beschrijft, was er verdeeldheid onder de metgezellen van Jezus vzmh wat betreft zijn identiteit. De ene groep was van mening dat Jezus vzmh een profeet was en de andere groep geloofde dat het de Messias was die voorspeld werd. Er was geen derde partij dat zei;

’Jongens waar hebben jullie het over? Jullie beiden hebben het verkeerd, want hij is onze God!’

Nee, het woord God werd niet eens één keer door iemand van één van deze groeperingen genoemd! Het is dus ironisch om te zien dat er in deze tijd de goddelijkheid van Jezus vzmh in discussies wordt geleidt, terwijl zijn metgezellen dit nooit in een dergelijke discussie hebben aangekaart. Dan zien wij niet waarom er na 2000 jaar wij ons moeten afvragen of Jezus vzmh God zou zijn. Dit terwijl zijn eigen volk, zijn eigen volgelingen, in zijn tijd niet eens met zo’n dergelijke bewering kwamen!

Laten we nu de gebeurtenissen analyseren die zich hebben afgespeeld bij de personen die Jezus vzmh ooit hebben ontmoet. We weten dat de christenen de wonderen van Jezus vzmh gebruiken als bewijs dat hij God zou zijn. Wat zij echter realiseren, is dat Jezus vzmh duidelijk aangeeft;

“Ik kan niets doen uit mijzelf: ik oordeel naar wat ik hoor, en mijn oordeel is rechtvaardig omdat ik mij niet richt op wat ik zelf wil, maar op de wil van hem die mij gezonden heeft!” Johannes 5:30

Jezus vzmh geeft duidelijk aan dat hij niets uit zichzelf kan doen. We willen dat onze lezers even stil staan op het woord ‘niets’. Weten jullie wat het woord ‘niets’ betekend? Juist ja, NIETS! De wonderen die Jezus vzmh verricht, doet hij zoals aangegeven in Johannes ook niet vanuit zijn eigen wil, maar door de goedkeuring van God alleen! Dit geloven wij als moslims dus ook. De profeten konden slechts door de wil van Allah SWT wonderen verrichten!

Merk ook op dat Jezus vzmh zichzelf duidelijk wilt distantiëren met degene die hem heeft gezonden. Laten we daarnaast ook even de volgende vers bijhalen;

“Jezus zei: ‘Laat iedereen gaan zitten.’ Er was daar veel gras, en ze gingen zitten; er waren ongeveer vijfduizend mannen. Jezus nam de broden, sprak het dankgebed uit en verdeelde het brood onder de mensen die er zaten. Hij gaf hun ook vis, zo veel als ze wilden. Toen iedereen volop gegeten had, zei hij tegen zijn leerlingen: ‘Verzamel nu de overgebleven stukken brood, zodat er niets verloren gaat.’ Dat deden ze en ze vulden twaalf maanden met wat overgebleven was van de vijf gerstebroden die men had gegeten. Toen de mensen het wonderteken dat hij gedaan had zagen, zeiden ze: ‘Hij moet wel de PROFEET zijn die in de wereld zou komen!” Johannes 6:10-14

Zoals we in dit vers kunnen lezen, gaat het hier om een wonder verricht door Jezus vzmh onder toestemming van God. Toen Jezus vzmh deze 5000 mensen eten had gegeven, gingen zij voor hem knielen en hadden zij gereageerd met;

‘Dit is duidelijk onze God’?

Nee, in plaats daarvan hebben ze juist gezegd ‘Dit is de waarheid dat werd gezegd. Dit is de profeet die in de wereld zou komen!’

Wie kent niet de wonder van Jezus vzmh met de blinde man? De blinde man dat genezen werd door Jezus vzmh op de dag van de sabbat. De buren en de mensen die deze blinde man kenden, hadden gehoord over de wonder en gingen op zoek naar degene die hem had genezen. Ze bleven zich afvragen over wie degene was die de blinde had genezen en ontstond er uiteindelijk weer verdeeldheid. Ze vroegen uiteindelijk wie deze man was? Heeft deze voorheen blinde man geantwoord met;

‘Dit is God’?

Natuurlijk zou zo’n reactie verwachten na zo’n grote wonder! Integendeel, de man die genezen werd, reageerde als volgt;

“Daarop vroegen ze aan de blinde: ‘Wat denk jij van die man? Het zijn immers jouw ogen die hij genezen heeft.’ ‘HIJ IS EEN PROFEET,’ was zijn antwoord.” Johannes 9:17

Is dit een toeval en een verwachte reactie van iemand die zojuist op een wonderbaarlijke manier is genezen? Zelfs na zo’n wonder wist de man dat een wonder hem niet goddelijk maakt, aangezien vele profeten ervoor ook (grotere) wonderen hadden verricht met de toestemming van Allah SWT.

Wat betreft het vergeven van zondes? De gebruikelijke claim van de christenen hierover is dat Jezus vzmh wel God ‘moet’ zijn, aangezien hij zondes zou vergeven. Het is belangrijk om zo’n incident beter te analyseren. Hoe hebben de mensen gereageerd toen Jezus vzmh de zondes vergaf van een man? Zij hebben Jezus vzmh gelabeld aan godslasterlijke taal, maar wat zeiden de gelovigen onder hen?;

“Meteen stond hij op, pakte zijn bed en ging weg; allen die dit zagen, stonden versteld en loofden God. ‘Zoiets hebben we nog nooit gezien,’ zeiden ze.” Marcus 2:12

We zien dat de gelovigen onder hen, God aan het loven waren aangezien zij zo versteld stonden en zoiets nog nooit hadden gezien. Merk op dat ook hier weer niemand van de gelovigen heeft gezegd;

‘Hij, Jezus vzmh is God, laten we hem aanbidden, dit moet God wel zijn.’

We hebben juist het tegendeel gezien en dat in plaats daarvan de ware God geloofd werd! Er zijn nog vele andere voorbeelden te geven in de Bijbel van degenen die geloofden dat Jezus vzmh een profeet was en niet God!

In dit artikel hebben we de focus gelegd op de kenners en volgelingen van Jezus vzmh en hun standpunt wat betreft de identiteit van Jezus vzmh. In deel 2 gaan we de focus leggen op Jezus vzmh zelf en wat hij zelf dacht dat hij was.