Home / Info over Islam / Wetenschap in de Koran

Wetenschap in de Koran

De Koran werd ruim 1400 jaar geleden geopenbaard, de Koranverzen moet je dan ook zien als een drijfveer, die je nader moet bestuderen, aangezien de Koran toen is verkondigd, moet je niet verwachten dat er, ingewikkelde wetenschappelijke theorieën in behandeld worden. Uiteraard is Allah (verheven en geprezen is Hij) in staat om alle wetenschappelijke theorieën in zijn schrift te verwerken, echter is dit niet zijn doel en gezien de omstandigheden van toen zou niemand dat begrijpen. Desalniettemin zien we dat de Koran nadruk legt op de vingertoppen (in Soerat Al/Qiyaamah), toentertijd, was het niet bekend dat de vingertoppen voor elk mens van unieke betekenis waren. Maar naarmate de tijd vordert en de mensen bekwamer worden in het doen van onderzoek zien we dat er vele wetenschappelijke feiten in de Koran vermeld staan die toentertijd niet bekend waren.
“Denkt de mens dat wij zijn botten nooit zullen bijeenbrengen? Welzeker, Wij zijn in staat om zelfs zijn vingertoppen (opnieuw) volmaakt te vormen.” (Soerat Al-Qiyaamah (75), aayah 3-4
Daarentegen behandelen sommige evangelisten/orientalisten een vers in de Koran – die volgens hen -niet in overeenstemming is met de wetenschap. Wat hierbij echter van belang is, is het feit dat wetenschap met de tijd veranderd, voorgaande theorieën worden verworpen door nieuw onderzoek. Naarmate de onderzoeksmethoden en technieken innoveren, ontstaan nieuwe onderzoeksresultaten die tot nieuwe theorieën leiden. Als dit niet het geval was zou er niet elk jaar een nieuwe uitgave van de Britannica Encyclopedia tot stand komen. Er worden nieuwe inzichten verworven met de dag. Zodoende kunnen er verzen in de Koran staan die met de huidige wetenschap niet aan te tonen zijn net zoals het feit dat de bovenstaande vers niet met de wetenschap die dateert van 1400 jaar geleden aan te tonen was.

Ik hoef de evangelisten natuurlijk niet te wijzen op het lot van Galileo en zijn veroordeling. Zodoende heeft het christendom ook vanuit historisch oogpunt geen enkel affiniteit met wetenschap, sterker nog de kerk was als een ware een obstakel voor wetenschappelijk onderzoek. We zien dit zelfs terug bij de eerste kerkvader Irenaus van Lyon; “Irenaus toont hierin grote scepsis ten opzichte van de natuurwetenschappen die de mensen proberen vast te stellen. Hij is kennelijk bevreesd dat die kunnen leiden tot een ontkenning van het almachtige en vrije handelen van God”. [1]Hij toont dus grote angst voor natuurwetenschappen, terwijl de moslimwetenschapper juist de wijsheid van de almachtige Schepper uitdrukt – door de natuurwetten te onderzoeken. Dit is het wezenlijke verschil tussen beiden.

 

[1] Eginhard Meijering, Geschiedenis van het vroege christendom, 482