Home / Islam en de benadering van de evangelisten / Is de Thora volgens de Koran veranderd deel 2

Is de Thora volgens de Koran veranderd deel 2

In zijn werk Kitabu´l/EcvibetiL fahira ani´l-Es’iletil-Facira toont El Karafi, de maliki Jurist overleden in 1286 met vele argumenten aan dat de meerderheid van de Thora veranderd is.

Ibn Hazm geeft in zijn werk Kitabul fasl fil Milel vel Ehvai ven Nihal in 118 bladzijdes met talloze argumenten aan dat de Thora vanuit geschiedkundig en islamitisch standpunt is gewijzigd. Dit geldt overigens volgens ibn Hazm wat betreft de meerderheid van de Thora. Tevens geeft hij aan dat de moslims geen respect moeten tonen voor dergelijke geschriften. Volgens Ibn hazm is de auteur van Thora een zindiq die de profeten, Allah en zijn geschriften verafschuwd.

Ibn Kayyim el Cevziyya (overleden in 1351) zegt dat de tahrif (verandering) niet enkel in mana (interpretatie) is maar ook lafzi (in woorden). (bron; Ibn Qayyim, Hidayetul Hiyara fi Ecvibetil Yehud ven Nasara, 359).

Elmali Hamdi Yazar de tafseergeleerde uit de 20ste eeuw. Hij zegt in zijn tafseer 1/411 dat de veranderingen aangebracht aan de Thora/Tenach, niet enkel in mana (interpretatie) is maar ook in woorden. De leugens toegeschreven aan de profeten daarover zegt hij bijvoorbeeld, Elmali is van mening dat er geen twijfels bestaan dat de oorspronkelijke Thora/Tenach geen dergelijke verwijten aan het adres van profeten bevat.

Ustaat Rachid Rida geeft in zijn tafseer van Soerah Maidah vers 13 de volgende tafseer; “verkeerd interpreteren, dingen toevoegen of verwijderen. Ustaat Rachid Rida is ook van menig dat er wel degelijk verandering heeft plaatsgevonden in de Thora niet enkel in interpretatie maar ook in woorden. (bron; Tefsirul Menar V, 140, VI, 282, 389)

Professor Suat Yildirim geeft in zijn werk “Mevcut kaynaklare gore Hristiyanlik” aan dat de meerderheid van de Koran commentatoren van mening zijn dat de joden niet enkel de Thora verkeerd interpreteren, maar dat er ook een verandering in woorden heeft plaatsen. Hetzij door woorden toe te voegen hetzij door deze te verwijderen. Tevens geeft hij aan dat dit ook zijn mening is.

Shawkani geeft in zijn tafsir ,Fath al-Qadir 1/541, aan dat de tahrif (veranderingen) ook in lafzi (in woorden) heeft plaatsgevonden.

Mahmoud Alousi geeft in zijn tafseer, Ruhul Meani, 1/181 aan dat de veranderingen ook in woorden hebben plaatsgevonden en niet enkel in interpretatie van de teksten van de Thora.

 

Ibn Abbas zegt duidelijk in zijn tafseer dat de Thora is [tekstueel gewijzigd is] veranderd: “Daarom, wee, een zware straf, en er wordt gezegd dat dit betekent: “een vallei in de hell wordt toegekend aan diegene die de Bijbel [een heilig werk] met hun eigen handen schrijven en de beschrijving[en] en karakter eigenschappen veranderen van Muhammed in het boek en dan zeggen “Het is zo vermeld in het Boek [Quran] [en zo] is het tot ons gekomen [van Allah] … Door het te veranderen en aan te passen ….. Daarom, wee, een zware straf is voor hen weggelegd voor wat hun handen hebben geschreven en daarom, wee, een zware straf is voor hen die er iets aan verdienen middels onwettelijke omzet en steekpenningen.[1]

Ibn Kathir de student van Ibn Taimiyyah, zegt:

Onze Shaykh, de eervolle Imam Abul-‘Abbas Ibn Taimiyyah zegt: “Wat betreft diegene die beargumenteren dat de Torah van begin tot eind vervalst is, die hebben het mis. En ook zijn degene die beargumenteren alles correct is hebben het verkeerd. De waarheid is dat tekstuele verandering de Joden bereikte en dat ze de woorden manipuleerden met aanvullingen en verwijderingen net zoals ze de betekenis hebben veranderd. Dit is algemeen bekend en kan een andere keer uitgelegd worden en Allah weet het beste”.

 

Abu al-Layth al-Samarqandi (d. 373 A.H.), de bekende Hanafi Jurist schrijft in zijn exegese op de quran “Weet dat de leiders van de Joden [Hebreeuwse stammen?] de beschrijving en karakter eigenschappen van de Profeet hebben gewist. Vervolgens hebben ze vele zaken opgeschreven behalve zijn karaktereigenschappen en beschrijving.

 

Abu al-Hasan Ali Ibn Muhammad Ibn Habib al-Mawardi (d. 450 A.H.) zegt in zijn exegese op de Quran “Het woord Ummie in het vers kan worden gebruikt om te referen naar een persoon die niet weet hoe hij moet lezen en/of schrijven. En dit is de verklaring van Mujaahid en de meer ogenschijnlijke interpretatie

 

Ten tweede, het woord Ummi in dit vers kan [ook] refereren naar een volk dat niet geloofde in een Boodschapper die Allah heeft neer gezonden en tevens niet gelooft in een Boek dat Allah heeft neer gezonden en ze [vervolgens] een eigen boek begonnen te schrijven middels hun eigen handen en vervolgens de mensen hebben verteld [wijsgemaakt] “Dit is van Allah”. En dit is de opinie van Ibn Abbaas

 

Imam Tabari verteld uitgebreid over de positie van Ibn Abbaas in zijn exegese op Surah 2:41 met betrekking tot het vers “Bedek de waarheid niet met valsheid [bedrog]” De waarheid: Het is de Torah die Allah aan Mozes heeft onthuld. Valsheid [bedrog] Het is datgene dat ze met hun eigen handen hebben geschreven.

 

Er wordt vermeld door Tabari dat Ibn Abbaas en anderen zeiden: Meng niet de waarheid die jullie bezitten vanuit het Boek met valsheid [bedrog] en dat is [daarmee wordt bedoeld] het veranderen en vervangen. [2]

 

Ibn Kathir vermeld dat Uthman Ibn ‘Affan zegt:

Omdat ze [de Joden] de Torah hebben verwrongen [veranderd]. Ze voegde eraan toe wat ze wilden en verwijderden eruit datgene dat ze haten en ze verwijderden de naam Muhammed, vrede zij met hem, uit de Torah en vanwege deze daad werd Allah boos [op hen].[3]

Mening van Fahreddin Razi; Wat betreft de stelling van Allah “Ze ontaarden de woorden van hun daadwerkelijk plek. (Surah 4:46), Dit betekent dat ze corrupte interpretatie van die verzen benoemden en er is geen bewijs dat datgene de daadwerkelijk stellingen zijn uit het boek. En wat betreft het vers in 5:41, dit is bewijst dat ze [tekstuele corruptieve en misinterpretatie] hebben gecombineerd. Ze vermeldde de corrupte interpretatie, en ze hebben tevens de vermeldingen uit het Boek gehaald. Allah’s woorden “ze hebben de woorden ontaard” geeft misinterpretatie van de tekst aan. En Allah’s woorden “nadat ze in hun juiste plek zijn gezet” geeft aan dat de stellingen uit het Boek zijn gehaald. (Fakhar ad-Din ar-Razi, Tafsir Al Kabir, Commentary on Surah 4:46, Source).

Ibn Taymiyyah zegt; “Met betrekking tot de Evangelieen die de Christenen hebben, dat zijn er vier. Matthew, Mark, Luke and John. Ze zijn het er over eens dat Luke en Mark de Messias niet hebben gezien. Echter, hij werd [wel] gezien door Matthew en John. Deze vier verklaringen die zij de Evangelie noemen, en ze noemen elke verklaring een Evangelie, zijn geschreven nadat de Messias naar de hemelen [steeg?] werd gehaald. Ze hebben nooit beweerd [gezegd] dat dit de woorden van God waren [zijn] of dat de Messias ze heeft geïnspireerd via God. Echter, ze hebben sommige woorden van de Messias overlevert en sommige van zijn daden en wonderen.”[4]

“Imam Al Qurtubi zegt in zijn boek Kitabul A’lam Bima Fi Deeni’n-, Nasara Minal Fisada Wal awham; De huidige evangeliën zijn niet dezelfde evangeliën die de profeet refereerde in zijn woorden “En Allah onthulde de Torah en de Evangelie als leidraad van [voor] de vroegere mensen.

De auteur van Kashf az-Zunun zei; De Evangelie, die in werkelijkheid onthuld werd aan Jezus, was een enkel Boek dat absoluut vrij was van contradicties en inconsistenties. Het zijn de Christenen die een valse blaam [schuld] aan Allah en zijn profeten hebben toegeschreven door de huidige Evangelie aan hen toe te schrijven.

De overweldigende meerderheid van oelema is het over eens; de Thora is veranderd! Er kunnen enkele woorden, zinnen of verzen het woord van God zijn, echter is de Thora veranderd. Dit is al helemaal van toepassing op de Indjil (Bijbel). Dat er enkele woorden, zinnen of verzen zijn die kunnen wijzen op de komst van de profeet (vrede en zegeningen zij met hem) is duidelijk. Dat christenen aan de hand van een vers, waarin die zou kunnen duiden op de komst van de profeet (vrede en zegeningen zij met hem) een ander vers aanhaalt waarin ‘duidelijk’ wordt dat het niet wijst op de profeet, is geen bewijs voor de moslim. De desbetreffende vers of enkele woorden erin kunnen wijzen op de komst van de profeet (vrede en zegeningen zij met hem). De rest die in dit tegenspreekt is verzonnen of een toevoegsel of een verandering aan de oorspronkelijke tekst.

 

[1] Ibn Abbaas, Tanwîr al-Miqbâs min Tafsîr Ibn ‘Abbâs, Commentary on Surah 2:79, Source.

[2] Ibn Jarir al-Tabari, Jami’ al-bayan fi ta’wil al-Qur’an, Commentary on Surah 2:42, Source.

[3] Tafsir Ibn Kathir, Commentary on Surah 2:79, Source.

[4] Ibn Taymiyyah, al-Jawaab al-Saheeh, (3:21),.