Home / Authenticiteit van de Bijbel / Heeft Mozes, vrede zij met hem, de Thora geschreven?

Heeft Mozes, vrede zij met hem, de Thora geschreven?

We lezen in het boek dat behoort tot de vijf boeken die Mozes (vrede zij met hem) geschreven zou hebben, het volgende;

Deuteronomium 34-5;

Alzo stierf Mozes, de knecht des Heeren, aldaar in het land van Moab, naar des Heeren mond.
En Hij begroef hem in een dal, in het land van Moab, tegenover Beth-peor; en niemand heeft zijn graf geweten, tot op dezen dag.
Mozes nu was honderd en twintig jaren oud, als hij stierf; zijn oog was niet donker geworden, en zijn kracht was niet vergaan.

Dit geschrift zou opgetekend zijn door Mozes (vrede zij met hem), echter wordt ons duidelijk dat hij begraven wordt en dat hij gestorven is. Hoe kan Mozes dit opgetekend hebben?

Volgens de autoritaire Thora commentator Abraham ibn Ezra (1092-1167) is dit een toevoeging aan het geschrift van Mozes dat is aangebracht door Josua. Ibn Ezra geeft aan dat het toevoegen van één of twee woorden aan de Thora door profeten geoorloofd is. De profeten zouden deze informatie verkregen hebben door traditie. (1) Dit is tevens de mening van de Spaanse priester Alonso Tostatus (1400-1450). (2) Volgens de Rabbi en de priester kan dit aangetoond worden aan de hand van de volgende vers die voorkomt in Josua 24;

26 En Jozua schreef deze woorden in het wetboek Gods; en hij nam een groten steen, en hij richtte dien daar op onder den eik, die bij het heiligdom des HEEREN was.

In een tweede interpretatie over

Deuteronomium 34-5 wordt een mogelijke toevoeging aan het geschrift door een x persoon uitgesloten. De verzen die spreken over de dood van Mozes en zijn begrafenis zou opgetekend zijn door Mozes. Hij zou deze verzen van God hebben ontvangen. Deze verzen zou Mozes huilend opgetekend hebben. Dit is de mening van Rabbi Meir en Rabbi Simon. (3)

Zij baseren zich op de volgende verzen; “9 En Mozes schreef deze wet, en gaf ze aan de priesteren, de zonen van Levi, die de ark des verbonds des HEEREN droegen, en aan alle oudsten van Israël.”

26 Neemt dit wetboek, en legt het aan de zijde van de ark des verbonds des HEEREN, uws Gods, dat het aldaar zij ten getuige tegen u.

Echter is deze interpretatie niet correct. Gezien het feit dat deuteronomium 34;6 spreekt over; “Tot op de dag van vandaag weet niemand waar zijn graf is”. Dit kan onmogelijk door Mozes (as) opgetekend zijn alvorens hij de aarde verliet. Gezien het feit dat de graf al geruime tijd ergens lag en als gevolg daarvan wordt gesproken over ’tot vandaag de dag’.

Een laatste interpretatie is dat Mozes niet overleden is maar dat hij deze verzen heeft opgetekend vanuit de Hemel. Hier is echter geen enkele bewijs voor. Gezien het feit dat in deuteronomium 31 wordt gezegd dat Mozes (as) de Thora gaf aan de levieten, nadat deze was opgetekend. (4)

De christelijke commentatoren zeggen het volgende;

Adam Clarke zegt; “And Moses went up – This chapter could not have been written by Moses. A man certainly cannot give an account of his own death and burial. We may therefore consider Moses’s words as ending with the conclusion of the preceding chapter, as what follows could not possibly have been written by himself”.

Commentary critical; “Moses went up from the plains of Moab — This chapter appears from internal evidence to have been written subsequently to the death of Moses, and it probably formed, at one time, an introduction to the Book of Joshua”.

Calvin’s Commentary; “1.And Moses went. up from the plains of Moab. It is not certain who wrote this chapter; unless we admit the probable conjecture of the ancients, that Joshua was its author. But since Eleazar the priest might have performed this office, it will be better to leave a matter of no very great importance undecided”.

Matthew Poole’s Commentary; “Unto Dan; to that city which after Moses’s death was called Dan, Joshua 19:47 Jude 18:29. So that here is an anticipation. But it seems most probable, and is commonly believed, that this chapter was not written by Moses, but by Eleazar, or Joshua, or Ezra, or some other man of God, directed herein by the Holy Ghost; this being no more impeachment to the Divine authority of this chapter”.
Joseph Benson’s Commentary; ” The mention of Dan in this verse, and the account of Moses’s death and burial, and of some particulars after he had left the world, (Deuteronomy 34:5-9,) show that this chapter was not written by Moses; but probably by Samuel, Ezra, or some other of the prophets who succeeded him”.

 

 

 

 

 

 

 

 

(1) Bernard M Casper, an introduction to Jewish Bible Commentary, london, 71

(2)Richard Elliot Friedman, Who wrote the Bible, 19.

(3)Herman L. Strack, introduction to the Talmud and Midrash, 115.

(4)Piska, sifre on deuteronomy, 357.