Home / Authenticiteit van de Bijbel / De verschillende versies van de Thora/Tenach

De verschillende versies van de Thora/Tenach

De evangelisten claimen dat ze voor de komst van de profeet (vrede en zegeningen zij met hem) de gehele Thora/Tenach in manuscriptvorm hebben. Dit is echter niet waar de Dode Zeerollen die in 1947 zijn gevonden hebben enkele passages van elk boek uit het Oude Testament, maar het is geen allesomvattende Tenach in manuscriptvorm. Integendeel de eerste gecompileerde versie van de Hebreeuwse Tenach die overeenkomt met de huidige Tenach dateert uit de 10e eeuw.  (El Azami 240). Er wordt een bepaalde aanname gedaan door de evangelisten dat de Oude Testament woord voor woord exact hetzelfde is gebleven door de eeuwen heen. Zoals Wurthewin in zijn analyse aangeeft zijn de tien geboden niet eens exact hetzelfde en identiek overgeleverd in de manuscripten. Er waren verschillende teksten in omloop. (El Azami, The Quranic tekst, 240 – 241).

 

Frank M. Cross interpreteert dit als de lokale Palestijnse, Egyptische en Babylonische tekst vormen waren in omloop. Daarnaast zegt Shermaryahu Talmon het volgende; “Vanaf de allereerste in manuscriptvorm overgeleverde teksten, was het algemeen bekend dat de overgeleverde versies van het Oude Testament van elkaar verschilden. Soms kleine maar ook grote verschillen”. (El Azami,idem, 241)

 

Er zijn 6000 verschillen waargenomen tussen de Samartiaanse versie van de Thora en de Hebreeuwse versie. In 900 gevallen komen de Griekse vertaling en de Samartiaanse versie overeen, die beiden weer in tegenstrijd zijn met de Hebreeuwse versie.

Er zijn tekstuele niet te verwerpen verschillen waar te nemen tussen de Hebreeuwse en Samartiaanse Tenach. Adam Clarke zegt het volgende op pagina 817 in de eerste volume van zijn commentaar op de Bijbel; “De geleerde Kennicot beweerde dat Samaritaanse versie correct was, alhoewel de geleerden Parry en Verschuur beweerden dat de Hebreeuwse versie authentiek was. Het is algemeen bekend dat Kennicot’s argumenten onomstotelijk zijn en men ervan uit gaat dat de joden de tekst zelf veranderd hebben, uit vijandigheid tegenover de Samaritanen”.

 

Volgens de Hebreeuwse versie moest profeet Mozes (vrede zij met hem) de tempel bouwen op “mount Ebal”, maar volgens de Samaritan versie moet de tempel gebouwd “on Gerizim”

Volgens de overleveringen heeft een commissie van Rabbijnen gewerkt aan de vertaling van de Griekse vertaling, dit heeft plaatsgevonden in de derde eeuw voor Christus. Wat hierbij opvalt is echter dat de Rabbijnen zich niet enkel baseerden op de Hebreeuwse Bijbel, maar dat ze in 900 gevallen parallel lopen met de Samartiaanse versie die anderhalf eeuw later opgesteld zou worden. In de derde eeuw voor Christus was er dus geen sprake van een enkele versie van de Tenach die in omloop was. De verschillende manuscripten die in omloop waren bleven in tact tot aan de 10e eeuw.

 

Wurthwein observeert het volgende; “We behoren aan te nemen dat de overeengekomen tekst die circa 100 jaar n.Chr was gevestigd, er niet toe leidde dat andere varianten van de tekst onmiddellijk in de ban werden gedaan. Sterker nog, deze verschillende varianten van de manuscript teksten circuleerden jarenlang nog in privé collecties”. (El Azami, 242).

 

In de 10 en 11e eeuw hebben de Joden de manuscripten die niet overeenkwamen met hen eigen teksten vernietigd. Dit zijn manuscripten die dateerden uit de vroegere eeuwen.

Wurthwein observeert het volgende; “Joodse voorschriften schrijven voor dat versleten en onvolkomen manuscripten vernietigd dienen te worden. Nadat de geleerden uiteindelijk de tekst in de 10e eeuw samengesteld hadden, werden alle eerdere manuscripten die bijgedragen hebben aan de ontwikkeling van de tekst beschouwd als onvolkomen en gedurende de tijd verdwenen deze ook. (idem, 246)

 

The Rees Encyclopedia onder het kopje the Bible in volume vier staat het volgende; “De naar voren gehaalde argumenten die in het voordeel spreken van de versies van het Oude Testament die geschreven zijn van het jaar 1000 tot 1400, daarover zegt Dr. Kennicott dat alle zevende en achtste eeuw geschreven versjes vernietigd zijn op bevel van de Joodse Raad omdat deze in tegenstrijd waren met hun eigen versies. Met deze gebeurtenis in het achterhoofd zei Watson dat de versies die zevenhonderd of achthonderd jaar geleden zijn geschreven, niet meer bestaan”.

 

De joodse geschriften geven een overzicht van de toevoegingen die zijn gedaan aan de Thora. Deze worden aangeduid met de volgende Tiqqune Sopherim en Itture Sopherim.

De Tiqqune Sopherim is een catologus die aangeeft dat er tekstuele herzieningen zijn gedaan voor doctrinaire redenen. Bijvoorbeeld, een ‘Masoretic’ overlevering vermeldt op achttien posities waar de tekst gewijzigd is om ‘verwerpelijke uitingen met betrekking tot God’ te verwijderen. De Itture Soperim catalogus bevat een aantal van de verschillende woorden die in de originele tekst opzettelijk zijn weggelaten door de schriftgeleerden. Bijvoorbeeld, de Babylonische Talmud noemt 5 passages waar deze in de tekst dienen te worden overgeslagen en in zeven andere passages staan er bepaalde worden die niet in het origineel voorkomen. (idem, 245)

 

De volgende conclusies kunnen trekken wat betreft de Thora/Tenach;

 

  1. Tot aan de 10e eeuw was er niet sprake van één tekst, er waren meerdere teksten in omloop die zowel overeenkomsten als verschillen vertoonden.
  2. De joden hebben in de 10e eeuw enkele voorgaande manuscripten vernietigd omdat deze niet overeenkwamen met de tekst die zij hadden opgesteld. Desondanks werden de manuscripten die zij vernietigden wel als authentiek beschouwd in de eeuwen ervoor.
  3. De Samartiaanse, Griekse en Hebreeuwse versie hebben onderling talloze verschillen. De Hebreeuwse versie heeft 6000 verschillen ten opzichte van Samaartiaanse versie. De Griekse en Samartiaanse versie hebben 900 overeenkomsten die echter verschillen met de hebreeuwse versie.