Home / Islam en de benadering van de evangelisten / De Mushaf van Abdullah ibn Masoud en Ubayy bin Kaab

De Mushaf van Abdullah ibn Masoud en Ubayy bin Kaab

Antwoord uit het boek van Yasir Qadhi, in zijn boek an introduction to the sciences of the Qu’ran

De metgezellen die bekend waren met het uitschrijven van de Koran waren,  Ubay ibn Ka’ab, Abdullah ibn Ma’sood, Umar ibn al – Khattaab, Alee ibne Abee Taaliben somige vrouwen van de profeet (vrede en zegeningen zij met hem), waaronder Aa’ishah(ra) en  Hafsa (ra). Az- Zarqaane schrijft het volgende over de bewering dat ibn Masood en Ubay ibn Ka’ab een andere Koran hadden dan de huidige Koran; samenvattend, sommige metgezellen  schreven de Koran uit voor eigen gebruk,, de persoonlijke Soehoef (exemplaren), hadden soms toevoegingen die geen deel uitmaakten van de mushaf, waaronder gebeden. De metgezellen waren zonder twijfel op de hoogte dat deze gebeden geen deel uitmaakten van de Koran. Echter door een gebrek aan materiaal en aangezien het feit dat deze Soehoef (exemplaren) voor eigen gebruik waren, konden de metgezellen bepaalde zaken langs de tekst van de oorspronkelijke Koran noteren. Sommige mensen van beperkte intelligentie claimen dat deze teksten die vanwege schaarste aan materiaal werden genoteerd langs de oorspronkelijke tekst, dat dit ook deel uitmaakte van de Koran. Alhoewel ze dondersgoed weten dat dit niet zo is.”

Zodoende geeft imam az – Zarqaane(vrede zij met hem) aan dat tussen de Soehoef van de metgezellen van de profeet (vrede en zegeningen zij met hem) ook dua’s of andere teksten zaten, dit kwam doordat er een schaarste was aan materiaal om op te schrijven.  Zodoende bevatte de mushaf van Ubay ibn Ka’ab naast verzen uit de Koran ook een hadith en de qunoot  die je tijdens het witr gebed citeert.  De bewering dat de Koran van Ubay ibn Ka’ab dus 116 soera bevatte, klopt dus van geen kant.  Op basis van dezelfde feiten klopt de bewering dat Abdullah Ibn Masood een ander Koran had ook niet. Volgens een overlevering van ibn Abu Dawud[1] die ook is opgenomen door Ibn Katheer in zijn werk[2] heeft Abdullah ibn Masood de eindresultaat van de mushaf die is samengesteld in de tijd van Otthman ibn Afwaan (vrede zij met hem) geaccepteerd. Overigens heeft Moes’ab bin Sa´d AbuWakkas (overleden in 721) die behoort tot de tabeen (degene die de metgezellen (vrede zij met hen allen)) hebben gezien een consensus overgeleverd die er was onder de metgezellen wat betreft de juistheid van de mushaf die was opgesteld door kalief Otthman ibn Afwan (vrede zij met hem).[3]

 

[1] Ibn abu Dawud, kitabu’l – Mesahif, 13.

[2] Ibn Katheer, al-bidaayah w aan- Nihaaya,v7, 207.

[3] Ibn abu Dawud, kitabu’l – Mesahif, 24.