Home / Authenticiteit van de Bijbel / Aanpassingen aan de Thora in Rabbijnse bronnen

Aanpassingen aan de Thora in Rabbijnse bronnen

De rabbijnse bronnen spreken over 11 tot 18 aanpassingen van de soferim aan het oude testament. De soferim waren de Rabbijnen die verantwoordelijk waren voor het waarborgen van de Thora na de Babylonische ballingschap van de joden.
Onder de Rabbijnse literatuur staat dit ook wel bekend onder het begrip; ’tiqquney soferim’, wat verbeteringen of aanpassingen betekent aangebracht door de soferim.

De eerste aanpassing zou gedaan zijn volgens de Rabbijnse bronnen aan genesis 18:12, de oorsprong hiervan zou moeten zijn dat God op Abraham zat te wachten, echter vonden de Rabbijnen dit beledigend voor God waarop ze dit hebben veranderd. (1) De bekende Rabbijn Rashi (1040-1105) zegt in zijn commentaar op dit vers dat dit 1 van de aanpassingen zijn van de soferim. (2) Yeshaya Maori geeft aan dat dit geen toevoegingen zijn aan de commentaar van Rabbijn Rashi maar dit zijn eigen woorden zijn. (3)

Evenzo zijn er aanpassingen aangebracht in numeri 11:15 (4), en Zacharia 2:12, waarbij de Rabbijnen de tekst veranderden om een antropomorfistische betekenis te vermijden. Rabbi Nathan bin Yechiel of Rome geeft aan dat de oorspronkelijke tekst van Zacharia 2:12 is veranderd door de soferim. (5)

De Thora geleerde Yakob al Kirkisani (10e eeuw) geeft aan dat er onder Rabbijnse literatuur voldoende is geschreven over de taqqun soferim. (6) Hierbij zou het volgens de geleerde voldoende zijn voor de moslims om aan de hand van de Rabbijnse literatuur aan te tonen dat hun tahreef leer klopt. (7) De bronnen spreken volgens hem, namelijk over aanpassingen en verbeteringen van de oorspronkelijke thora tekst. Binnen de Rabbijnse bronnen zijn er volgens Kirkisani zelfs claims dat de Thora totaal was verdwenen, en dat de huidige thora het werk is van Ezra. Alhoewel hij niet eens is met de Rabbijnen en de leer van taqqun soferim is dit wel een bekentenis van een thora geleerde.
Ten slotte wil ik afronden met de volgende passage uit de Babylonische talmoed; “in de commentaar op Deuteronomium 9;10 staat hier het volgende; “Wat is de betekenis van dit vers? De betekenis is dat God aan Mozes alle inzichten van de Thora heeft laten zien en de vernieuwingen van de Soferim”. (8)

(1) Midrasj, Tanhurna, Beshallah, 15.
(2) http://seforim.blogspot.nl/…/tikkun-soferim-later-amendatio…
(3) Avrohom Liebermann, Tikkunei Soferim, an Analysis of a Masoretic Phenomenon : 233
(4) Mekilta de Rabbi Ismael, Sirata 6
(5) Avrohom, Liebermann, Tikkunei Soferim, 231.
(6) idem, 234.
(7) Kirkisani, Kitab’ul Anwar, 1;3.3
(8)TB, megillah, 19b.