Home / Info over Islam / Wat houdt de Ahruf in de Koran in?

Wat houdt de Ahruf in de Koran in?

Er wordt in een authentieke overlevering het volgende gezegd; “de limieten om de koran in één harf te citeren is opgeheven door Allah (verheven en geprezen is Hij), dit is een barmhartigheid voor mijn oemmah.

Daarnaast in een andere authentieke overlevering wordt overgeleverd dat Jibril naar de profeet (vrede en zegeningen zij met hem) toekwam waarop hij zei; Allah heeft jouw opgedragen om de Koran in één harf te reciteren; waarop de profeet antwoordde; “Ik vraag vergiffenis aan Allah (geprezenen en verheven is Hij) maar mijn mensen zijn niet in staat omdat te doen. De hadieth loopt op totdat Jibril voor de vierde keer kwam met de volgende boodschap; “Allah heeft jouw opgedragen om de Koran te reciteren in 7 ahruf. In welke ‘harf’ zij ook reciteren (binnen de ahruf) is geoorloofd”.

Umar ibn Khattab levert het volgende over; “Ik kwam de Masjid (gebedsruimte) binnen en ik hoorde dat Hishaam ibn Haqeem soerah Al Fourqan reciteerde. Ik (Umar) wou hem bijna aanvallen tijdens zijn gebed, maar ik wachtte totdat hij zijn gebed had afgerond. Hierna greep ik hem  bij zijn kledingstuk en vroeg hem: “Wie heeft jouw opgedragen om op deze manier te reciteren?”, hij antwoordde; “het was de profeet (vrede en zegeningen zij met hem).  Umar antwoordde; “je hebt het mis, want ik heb de recitatie van de soerah op een andere manier geleerd’. Allebei gingen naar de profeet (vrede en zegeningen zij met hem), waarop de profeet (vrede en zegeningen zij met hem) zowel de recitatie van Umar als die van Hishaam ibn Haqeem goedkeurde, de profeet (vrede en zegeningen zij met hem) antwoordde als volgt; “reciteer de Koran op de manier dat makkelijk is voor jouw, want de koran is overgeleverd in zeven verschillende ahruf”. (Yassir Qadhi, an introduction, 173).

Imam Soejoeti citeert 21 metgezellen van de profeet (vrede en zegeningen zij met hem) die hebben overgeleverd dat de Koran is geopenbaard in zeven verschillende ahruf. De overleveringen zijn dermate veel dat het de niveau van mutawaattir hadieth heeft bereikt. (Yassir Qadhi, an introduction, 173).

Uit de bovenstaande overleveringen kunnen we het volgende opmaken;

  1. Gedurende het leven van de profeet (vrede en zegeningen zij met hem) waren er meerdere recitaties in omloop die allen zijn opgedragen door de profeet. Dit zijn de zeven ahruf.
  2. De verschillen tussen de recitaties waren niet in zo groot want Umar begreep dat Soerah al Fourqan citeerde.
  3. Er zijn meerdere overleveringen hierover; een variant van de overlevering van Umar wordt overgeleverd over Ubay bin Kaab, die twee mensen hoorde die de Koran op een andere manier reciteerden dan hijzelf.
  4. Vandaag de dag is de Ahruf slechts een wetenschap, die bestudeerd kan worden, niet meer dan dat. In de oesoel al Tafsir van Shaykh Oetheymieen lezen we het volgende; “nadat de Qureshi dialect gangbaar werd heeft de zeven harf geen waarde meer, dit was een barmhartigheid die werd toegekend aan de metgezellen van de profeet (vrede en zegeningen zij met hem) zodat ze de koran makkelijker konden memoriseren en leren.
  5. De Qureshi dialect werd niet gangbaar onder het regime van Otthman ibn Afwan, we zien al onder de Kalifraat van Umar dat hij ibn Masoud erop wees om de mensen niet te doceren in een ander dialect (hudhail) dan de Qureshi. Ibn Hacer zegt in zijn commentaar hierop; “de Qureshi dialect is de simpelste manier om de Koran te leren voor niet-Arabische volkeren”. (Ibn hajar, Fathul Bari, ix9).
  6. Onder de geleerden bestaat er discussiepunt of de zeven ahruf nog gewaarborgd zijn in de Koran. Alle zeven ahruf zijn authentiek en geoorloofd, volgens Tabari, heeft Otthman ervoor gekozen om één ahruf te kiezen, namelijk de ahruf die het gemakkelijkste was voor de mensen. Volgens een ander groep geleerden heeft de profeet (vrede en zegeningen zij met hem) in zijn laatste recitatie van de Koran aangegeven op welke manier de ahruf gewaarborgd diende te blijven, volgens hen is de Ahruf gewaarborgd in de Mushaf van Otthman, zoals de profeet (vrede en zegeningen zij met hem) dit aangaf in zijn laatste recitatie. Dit is de mening van Ibn Katheer, ibn Taymiyyah en anderen. Ten slotte is er een groep geleerden die de betekenis van ahruf overlaten aan Allah (verheven en geprezen is Hij). (Yassir Qadhi, an introduction of the Qu’raan, 180).
  7. Enkele verschillen tussen de ahruf worden door de geleerden als volgt opgesomd; “de vers ‘Ekvemu Kila’, wordt gereciteerd als ‘Esvebu Kila’. De betekenis wordt er echter niet door veranderd. Umar ibn Khattab reciteerde het woord ‘fesav’ als ‘femdu’. Daarnaast raadde Abu Darda aan iemand die het woord ‘Taamul-Esim’ niet kon uitspreken aan om het woord als volgt te reciteren; “Taamul-Facir”. Ten slotte een laatste voorbeeld is van ibn Masoud het woord ‘Zehrafe’ werd als ‘Zehebe’ geciteerd door hem.
  8. De verschillen in ahruf zijn bekend bij de oelema. Ibn Abdelbarr (vrede zij met hem) levert over dat de ahruf, bedoelt was, voor een bepaalde tijdsbestek, zodat de metgezellen de Koran beter zouden memoriseren. Volgens imam Tabari was het verschil niet in mana of hukm. Volgens imam Tahawi (vrede zij met hem) was het een barmhartigheid voor de eerste generatie moslims. Zodoende hebben de vroege en latere geleerden erover gesproken.
  9. De verschillende Soehoef die zijn opgesteld onder de autoriteit van Ottman ibn Afwan droegen de zeven ahruf met zich mee, volgens een groep geleerden. Khalid bin Iyas bin Sahkr (vrede zij met hem) heeft de Mushaf die in de persoonlijke bezit was van Otthman en de mushaf in Madinah met elkaar vergeleken.  Mustafa El Azami noemt twaalf verschillen op die hij (Khalid bin Iyas) heeft geobserveerd. Deze verschillen waren bewust aangebracht door Zayd en zijn commissie. In sommige gevallen is er een extra alif (de eerste letter van het Arabische alfabet). Daarnaast zijn enkele woorden in sommige gevallen geschreven zonder het woord ‘vav’, In andere gevallen bevatten een woord een extra ‘mim’. Deze verschillen tonen geen enkele obstakel voor de interpretatie of betekenis van de tekst. De verschillen in recitatie zijn intact gehouden, en zijn niet allen verwerkt in één mushaf om geen verwarring te veroorzaken. Zodoende hebben de moslims niks te verbergen integendeel de manuscripten zijn met alle eerlijk en oprechtheid onderzocht door de vroege moslims. (Mustafa El azami, the Qoranic tekst, 99). Zodoende zijn er meer voorbeelden te geven waaronder de zoon van een pupil van kalief Umar die zijn eigen kopie onderzocht met de kopie van Otthman.

Tenslotte zou er volgens de orientalisten een mushaf zijn van Abdullah ibn Maoud die zou afwijken van de huidige Mushaf. Zij baseren zich hierbij op de Kitabul Mesahif van ibn Abu Dawud. Op bladzijde 57 tot 73 onder het kopje de Mushaf van Abdullah ibn Masoud worden hier voorbeelden van genoemd. De overlevering heeft echter geen doorlopende keten. Het wordt overgeleverd door A’Amash in de tweede eeuw. Hij is overleden in het jaar 148. Hij geeft hierbij geen enkele referentie of sanad aan. Tevens is A’Amash een persoon die duidelijk shia tendensen kent. Zijn getuigenis kent dus meerdere gebreken. Het heeft geen enkele vorm van Sanad, bovendien is de desbetreffende persoon niet betrouwbaar, vanwege zijn shia gedachtegoed. (Mustafa el Azami, the history of the Qoranic tekst, 198).