Home / Christendom en het monotheisme / Christendom en het zuivere monotheïsme deel 3

Christendom en het zuivere monotheïsme deel 3

We lezen in de Bijbel enkele passages die zouden wijzen dat Jezus geen God kan zijn. De volgende passage in Marcus bijvoorbeeld;

32 Maar van dien dag en die ure weet niemand, noch de engelen, die in den hemel zijn, noch de Zoon, dan de Vader.

Hieruit kunnen we het volgende uitmaken waarom was Jezus, de engelen of wie dan ook niet op de hoogte van de tijdstip van de ure maar slechts God alleen? De christenen, onder een filmpje dat op Youtube verscheen onder de naam Bijbel defensie gaven hier het volgende antwoordt op; volgens een kerkvader uit de late vierde eeuw Augustinus van hippo (geboren in het jaar 354) zou het woord ‘eido’ ook de betekenis van proclameren kunnen aannemen, als gevolg daarvan zou Jezus wel op de hoogte zijn van het uur, echter proclameert God dit. We zien in navolging van Augustinus dat bijvoorbeeld in de Pulpit commentaar op de Bijbel het volgende staat; “hierbij vergelijkt de commentator Jezus met een bediende/ambassadeur, van een heerser, die op de hoogte is van al zijn facetten, echter dat de ambassadeur slechts hetgeen spreekt wat hem is opgedragen”, Dus zodoende zou volgens deze Bijbelcommentatoren Jezus op de hoogte zijn van het uur.

Deze interpretatie is echter niet de gangbare interpretatie die dateert uit de vierde eeuw. We zien dat grote Bijbelcommentatoren als Chrysostomos( geboren in het jaar 345) en Saint Ambrose (geboren in het jaar 337) een ander interpretatie erop na houden. Dit zijn allebei grote Bijbelcommentatoren en tijdgenoten van Augustinus. We lezen in het commentaar van Chrysostomos dit wordt overgeleverd in de commentaar van Jamieson – Fausset – Brown Bijbel commentaar dat Chrysostomos en in navolging van hem Calvijn dat Jezus als mens hier niet van op de hoogte van was.  Jamieson schrijft het volgende; “Chrysostom and others understood it to mean that as man our lord was ignorant of this. It is taken literally by Calvin, Grotius…”. Zodoende pleit de vroege kerkvader Chrysostomos dus ervoor dat Jezus een goddelijke en menselijke natuur had. De menselijke natuur was hier niet van op de hoogte. Chrysostom was duidelijk van mening in tegenstelling tot van Hippo dat ‘het woord eido’ hier niet verwijst naar het proclameren van God, maar dat Jezus en zijn menselijke karakter gewoonweg niet op de hoogte waren van het uur. In Lucas 2;52 lezen we het volgende; “En Jezus nam toe in wijsheid en in grootte, en in genade bij God en de mensen”. Dit is een duidelijk voorbeeld dat de interpretatie van Chrysostomos versterkt. Jezus neemt hier dus in wijsheid toe. God is al alwijs en zijn wijsheid neemt in geen enkele opzicht toe of af. De christenen maken dus hierbij een verschil in de menselijke natuur, het is dan dus ook niet meer dan normaal, dat Jezus niet op de hoogte is van het uur.

Verder hebben we de interpretatie van Saint Ambrose en enkele andere vroege christenen die claimen dat het een toevoeging was van Arius en zijn leerlingen. Arius claimde namelijk dat Jezus een begin had en verwierp de drie-eenheidsleer. Zodoende komt dit vers ook niet voor in enkele Griekse manuscripten die voor handen lagen in de vierde eeuw. Volgens de Bijbelcommentatoren is dit echter geen gegronde mening, want de verzen komen al voor, voordat Arius zijn intrede maakte op aarde. Alhoewel  van Hippo beweert dat het woord hier de betekenis van proclameren moet hebben, is Saint Ambrose en enkele anderen dat niet. Zij claimen juist dat het een toevoeging was aan de oorspronkelijke tekst door Arius, en dat het dus juist een passage is die de goddelijkheid van Jezus onderuit haalt. Arius claimde namelijk dat Jezus en God niet identiek aan elkaar waren. God had geen begin, Jezus wel, God was in alle opzichten beter dan Jezus. We lezen het volgende in de Bijbelcommentaar; “Saint Ambrose and some of the ancients, assert that they were inserted in the tekst of Mark by the Arians; but there is little foundation or pretence for this assertion, as there is for the other. It is much probable that they were omitted in some copies of Mark by some indiscreet orthodox”.

Zodoende de tijdgenoten van Augustinus van Hippo verwierpen de gedachte dat het tevens proclameren kon betekenen. Er waren een groep andere geleerden waaronder Ambrosius van Milaan die claimde dat een toevoeging was aangebracht door Arius of zijn aanhangers om hen standpunten te versterken. Een ander geleerde en tevens Bijbel exegeet, Chrysostomos, was van mening dat de menselijke natuur van Jezus niet op de hoogte was van het uur.

 

Een ander passage in de Bijbel die de Goddelijkheid van Jezus tegenspreekt is Lucas 22;43 hierin staat het volgende;

Uit de hemel verscheen hem een engel om hem kracht te geven. Hij werd overvallen door doodsangst, maar bleef bidden; zijn zweet viel in grote druppels als bloed op de grond.

Augustinus van Hippo schrijft in zijn commentaar hierop “(…)laat de ketters geen moed vatten uit het feit dat hij hulp en troost van een engel nodig had en daar een teken van zijn zwakheid in zien. Laat ze er aan denken dat de Schepper van de engelen geen steun nodig heeft van zijn schepselen”. (De Trinitate, Boek 10, paragraaf 41).

Deze keer draait van Hippo er niet omheen maar bevestigt hij hetgeen wat duidelijk is aangegeven in de tekst. Hij is hierbij niet in staat om ons te voorzien van een duidelijke uitleg, waarom Jezus hier aan het bidden is tot hulp en waarom hij als God zijnde grote druppels zweet op de grond druppelt.

Toen ze gegeten hadden, vroeg Jezus aan Simon Petrus: ‘Simon, zoon van Johannes, heb je mij lief, meer dan de anderen?’ Petrus zei: ‘Ja, Heer, u weet dat ik van u houd.’ Jezus zei: ‘Weid dan mijn lammeren.’

Opnieuw vroeg Jezus hem: ‘Simon, zoon van Johannes, heb je mij lief?’ Petrus zei: ‘Ja, Heer, u weet dat ik van u houd.’ Jezus zei: ‘Hoed dan mijn schapen.’

Voor de derde maal vroeg Jezus hem: ‘Simon, zoon van Johannes, houd je van mij?’ Toen werd Petrus verdrietig omdat Jezus hem voor de derde maal vroeg: ‘Houd je van mij?’ ‘Heer, u weet alles,’ antwoordde hij, ‘u weet toch ook dat ik van u houd.’ ‘Weid dan mijn schapen.

Volgens deze overlevering weet Jezus dus alles, waarom zweet hij dan zweetdruppels als bloed en bidt hij dan tot hulp en dient hij versterkt te worden door een engel? Hij weet toch wat hem gaat overkomen want volgens Petrus weet hij alles, en volgens de christenen is hij God, een heer die identiek en de wezenseen is van God, waarom zou hij dan voor een kruising gesterkt moeten worden door een engel?  Dit is nogal een tegenstrijdigheid of de één klopt niet of de ander dient net zoals bepaalde kerkvaders dat hebben gedaan uitgesloten te worden. Uit de huidige Bijbel valt als gevolg hiervan door een veelvoudigheid aan tegenstrijdigheden geen zuivere monotheïsme op te maken.